Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->Suche: pand

Niederländische Search Results for: pand

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

pand:
- gebouw; bouwwerk; pand; huis; perceel; garantie; waarborg; cautie; onderpand; waarborgsom; borg; waarborging

Niederländisch

Detailed Synonyms for pand in Niederländisch

pand:

pand [het ~] Nomen

het pand
het gebouw; het bouwwerk; het pand
- gebouw [het ~] Nomen
- bouwwerk [het ~] Nomen
- pand [het ~] Nomen
het pand
het gebouw; het pand
- gebouw [het ~] Nomen
- pand [het ~] Nomen
het pand
het huis; het perceel; het pand
- huis [het ~] Nomen
- perceel [het ~] Nomen
- pand [het ~] Nomen
het pand
de garantie; de waarborg; de cautie; het onderpand; de waarborgsom; de borg; waarborging; het pand
- garantie [de ~ (v)] Nomen
- waarborg [de ~ (m)] Nomen
- cautie [de ~ (v)] Nomen
- onderpand [het ~] Nomen
- waarborgsom [de ~] Nomen
- borg [de ~ (m)] Nomen
- waarborging [znw.] Nomen
- pand [het ~] Nomen

Verwandte Wörter für "pand":

pandden, panden