Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. inprenten:


Niederländisch

Detailed Synonyms for inprenten in Niederländisch

inprenten:

inprenten Verb (prent in, prentte in, prentten in, ingeprent)

  1. inprenten
    inprenten; op het hart drukken

Konjugationen für inprenten:

o.t.t.
  1. prent in
  2. prent in
  3. prent in
  4. prenten in
  5. prenten in
  6. prenten in
o.v.t.
  1. prentte in
  2. prentte in
  3. prentte in
  4. prentten in
  5. prentten in
  6. prentten in
v.t.t.
  1. heb ingeprent
  2. hebt ingeprent
  3. heeft ingeprent
  4. hebben ingeprent
  5. hebben ingeprent
  6. hebben ingeprent
v.v.t.
  1. had ingeprent
  2. had ingeprent
  3. had ingeprent
  4. hadden ingeprent
  5. hadden ingeprent
  6. hadden ingeprent
o.t.t.t.
  1. zal inprenten
  2. zult inprenten
  3. zal inprenten
  4. zullen inprenten
  5. zullen inprenten
  6. zullen inprenten
o.v.t.t.
  1. zou inprenten
  2. zou inprenten
  3. zou inprenten
  4. zouden inprenten
  5. zouden inprenten
  6. zouden inprenten
en verder
  1. is ingeprent
diversen
  1. prent in!
  2. prent in!
  3. ingeprent
  4. inprentend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for inprenten