Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. functioneren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for functioneren in Niederländisch

functioneren:

functioneren Verb (functioneer, functioneert, functioneerde, functioneerden, gefunctioneerd)

  1. functioneren
    functioneren
    • functioneren Verb (functioneer, functioneert, functioneerde, functioneerden, gefunctioneerd)
  2. functioneren
    – het werk verrichten waarvoor het bedoeld is 1
    het doen; werken; functioneren
    – het werk verrichten waarvoor het bedoeld is 1
    • doen [het ~] Nomen
      • de auto doet het weer1
    • werken Verb (werk, werkt, werkte, werkten, gewerkt)
      • het koffieapparaat werkt weer1
    • functioneren Verb (functioneer, functioneert, functioneerde, functioneerden, gefunctioneerd)
      • het hart functioneert goed, zegt de dokter1

Konjugationen für functioneren:

o.t.t.
  1. functioneer
  2. functioneert
  3. functioneert
  4. functioneren
  5. functioneren
  6. functioneren
o.v.t.
  1. functioneerde
  2. functioneerde
  3. functioneerde
  4. functioneerden
  5. functioneerden
  6. functioneerden
v.t.t.
  1. heb gefunctioneerd
  2. hebt gefunctioneerd
  3. heeft gefunctioneerd
  4. hebben gefunctioneerd
  5. hebben gefunctioneerd
  6. hebben gefunctioneerd
v.v.t.
  1. had gefunctioneerd
  2. had gefunctioneerd
  3. had gefunctioneerd
  4. hadden gefunctioneerd
  5. hadden gefunctioneerd
  6. hadden gefunctioneerd
o.t.t.t.
  1. zal functioneren
  2. zult functioneren
  3. zal functioneren
  4. zullen functioneren
  5. zullen functioneren
  6. zullen functioneren
o.v.t.t.
  1. zou functioneren
  2. zou functioneren
  3. zou functioneren
  4. zouden functioneren
  5. zouden functioneren
  6. zouden functioneren
diversen
  1. functioneer!
  2. functioneert!
  3. gefunctioneerd
  4. functionerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

functioneren [znw.] Nomen

  1. functioneren
    functioneren; het werken

Alternate Synonyms for "functioneren":


Antonyme für "functioneren":


Verwandte Definitionen für "functioneren":

  1. het werk verrichten waarvoor het bedoeld is1
    • het hart functioneert goed, zegt de dokter1