Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->Suche: chef

Niederländische Search Results for: chef

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

chef:
- baas; chef; hoofd; werkbaas; voorman; afdelingshoofd; afdelingschef

Niederländisch

Detailed Synonyms for chef in Niederländisch

chef:

chef [de ~ (m)] Nomen

de chef
de baas; de chef; het hoofd; werkbaas; de voorman
- baas [de ~ (m)] Nomen
- chef [de ~ (m)] Nomen
- hoofd [het ~] Nomen
- werkbaas [znw.] Nomen
- voorman [de ~ (m)] Nomen
de chef
het afdelingshoofd; de chef; de afdelingschef
- afdelingshoofd [het ~] Nomen
- chef [de ~ (m)] Nomen
- afdelingschef [de ~ (m)] Nomen
de chef
de baas; de chef; het hoofd
- baas [de ~ (m)] Nomen
- chef [de ~ (m)] Nomen
- hoofd [het ~] Nomen
de chef

– wie de leiding heeft ¹
de baas; de chef
– wie de leiding heeft ¹
- baas [de ~ (m)] Nomen
  - hij is de baas van de ploeg¹
- chef [de ~ (m)] Nomen
  - mijn chef wil dat ik overwerk¹

Verwandte Wörter für "chef":

chefs

Alternate Synonyms for "chef":

baas

Verwandte Definitionen für "chef":

wie de leiding heeft¹
- mijn chef wil dat ik overwerk¹

Related Synonyms for chef

¹Muiswerk Woordenboek