Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. zwakker worden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zwakker worden (Niederländisch) ins Französisch

zwakker worden:

zwakker worden Verb

  1. zwakker worden (verzwakken; uitputten; verslappen; aan kracht inboeten; zwak worden)
    affaiblir; atténuer; épuiser; perdre sa force; s'affaiblir
    • affaiblir Verb (affaiblis, affaiblit, affaiblissons, affaiblissez, )
    • atténuer Verb (atténue, atténues, atténuons, atténuez, )
    • épuiser Verb (épuise, épuises, épuisons, épuisez, )

Übersetzung Matrix für zwakker worden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
s'affaiblir wegsterven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
affaiblir aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden aftakelen; ontkrachten; ontzenuwen; verzwakken; weerleggen; wegglijden
atténuer aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden aftakelen; lenigen; ontharden; verlichten; vermurwen; vervriendelijken; verweken; verzachten; verzwakken; week worden; wegglijden; zachtmaken
perdre sa force aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden
s'affaiblir aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden kwijnen; tanen; verflauwen; verkwijnen; verslappen; wegkwijnen; wegslinken
épuiser aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden afbeulen; afjakkeren; afmatten; afsloven; decimeren; dunnen; minder talrijk maken; moe maken; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; ploeteren; sappelen; slopen; sloven; uitdunnen; uitputten; verdorsten; vermoeien; wegkappen; zich afsloven; zwoegen

Verwandte Übersetzungen für zwakker worden