Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. wielen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wielend (Niederländisch) ins Französisch

wielen:

wielen [de ~] Nomen, Plural

  1. de wielen
    la roues

wielen Verb (wiel, wielt, wielde, wielden, gewield)

  1. wielen (wervelen; kolken)
    tourbillonner
    • tourbillonner Verb (tourbillonne, tourbillonnes, tourbillonnons, tourbillonnez, )

Konjugationen für wielen:

o.t.t.
  1. wiel
  2. wielt
  3. wielt
  4. wielen
  5. wielen
  6. wielen
o.v.t.
  1. wielde
  2. wielde
  3. wielde
  4. wielden
  5. wielden
  6. wielden
v.t.t.
  1. heb gewield
  2. hebt gewield
  3. heeft gewield
  4. hebben gewield
  5. hebben gewield
  6. hebben gewield
v.v.t.
  1. had gewield
  2. had gewield
  3. had gewield
  4. hadden gewield
  5. hadden gewield
  6. hadden gewield
o.t.t.t.
  1. zal wielen
  2. zult wielen
  3. zal wielen
  4. zullen wielen
  5. zullen wielen
  6. zullen wielen
o.v.t.t.
  1. zou wielen
  2. zou wielen
  3. zou wielen
  4. zouden wielen
  5. zouden wielen
  6. zouden wielen
diversen
  1. wiel!
  2. wielt!
  3. gewield
  4. wielend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wielen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
roues wielen wagenwielen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
tourbillonner kolken; wervelen; wielen draaien; kolken; ronddraaien

Verwandte Wörter für "wielen":