Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. uitkijken naar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für uitkijken naar (Niederländisch) ins Französisch

uitkijken naar:

uitkijken naar Verb (kijk uit naar, kijkt uit naar, keek uit naar, keken uit naar, uitgekeken naar)

  1. uitkijken naar (verwachten; tegemoetzien; vooruitzien)
    espérer; compter sur; s'attendre à
    • espérer Verb (espère, espères, espérons, espérez, )
  2. uitkijken naar (zich verheugen op)

Konjugationen für uitkijken naar:

o.t.t.
  1. kijk uit naar
  2. kijkt uit naar
  3. kijkt uit naar
  4. kijken uit naar
  5. kijken uit naar
  6. kijken uit naar
o.v.t.
  1. keek uit naar
  2. keek uit naar
  3. keek uit naar
  4. keken uit naar
  5. keken uit naar
  6. keken uit naar
v.t.t.
  1. heb uitgekeken naar
  2. hebt uitgekeken naar
  3. heeft uitgekeken naar
  4. hebben uitgekeken naar
  5. hebben uitgekeken naar
  6. hebben uitgekeken naar
v.v.t.
  1. had uitgekeken naar
  2. had uitgekeken naar
  3. had uitgekeken naar
  4. hadden uitgekeken naar
  5. hadden uitgekeken naar
  6. hadden uitgekeken naar
o.t.t.t.
  1. zal uitkijken naar
  2. zult uitkijken naar
  3. zal uitkijken naar
  4. zullen uitkijken naar
  5. zullen uitkijken naar
  6. zullen uitkijken naar
o.v.t.t.
  1. zou uitkijken naar
  2. zou uitkijken naar
  3. zou uitkijken naar
  4. zouden uitkijken naar
  5. zouden uitkijken naar
  6. zouden uitkijken naar
en verder
  1. ben uitgekeken naar
  2. bent uitgekeken naar
  3. is uitgekeken naar
  4. zijn uitgekeken naar
  5. zijn uitgekeken naar
  6. zijn uitgekeken naar
diversen
  1. kijk uit naar!
  2. kijkt uit naar!
  3. uitgekeken naar
  4. uitkijkend naar
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uitkijken naar:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aspirer à uitkijken naar; zich verheugen op ambiëren; een sterke begeerte hebben naar; gericht werpen; hongeren naar; hunkeren; ijveren; kwijnen; kwijnend verlangen; mikken; mikken op; smachten; snakken; sterk verlangen; streven; streven naar
compter sur tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien
espérer tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
s'attendre à tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien bedacht zijn op
se fair une joie de uitkijken naar; zich verheugen op
se faire une fête de uitkijken naar; zich verheugen op
se réjouir à l'idée de uitkijken naar; zich verheugen op

Wiktionary Übersetzungen für uitkijken naar:


Cross Translation:
FromToVia
uitkijken naar attendre avec impatience; hâte; espérer look forward to — anticipate, expect, or wait for

Verwandte Übersetzungen für uitkijken naar