Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. stouwen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für stouwen (Niederländisch) ins Französisch

stouwen:

stouwen Verb (stouw, stouwt, stouwde, stouwden, gestouwd)

  1. stouwen
    ranger
    • ranger Verb (range, ranges, rangeons, rangez, )

Konjugationen für stouwen:

o.t.t.
  1. stouw
  2. stouwt
  3. stouwt
  4. stouwen
  5. stouwen
  6. stouwen
o.v.t.
  1. stouwde
  2. stouwde
  3. stouwde
  4. stouwden
  5. stouwden
  6. stouwden
v.t.t.
  1. heb gestouwd
  2. hebt gestouwd
  3. heeft gestouwd
  4. hebben gestouwd
  5. hebben gestouwd
  6. hebben gestouwd
v.v.t.
  1. had gestouwd
  2. had gestouwd
  3. had gestouwd
  4. hadden gestouwd
  5. hadden gestouwd
  6. hadden gestouwd
o.t.t.t.
  1. zal stouwen
  2. zult stouwen
  3. zal stouwen
  4. zullen stouwen
  5. zullen stouwen
  6. zullen stouwen
o.v.t.t.
  1. zou stouwen
  2. zou stouwen
  3. zou stouwen
  4. zouden stouwen
  5. zouden stouwen
  6. zouden stouwen
en verder
  1. ben gestouwd
  2. bent gestouwd
  3. is gestouwd
  4. zijn gestouwd
  5. zijn gestouwd
  6. zijn gestouwd
diversen
  1. stouw!
  2. stouwt!
  3. gestouwd
  4. stouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für stouwen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ranger stouwen archiveren; bergen; bewaren; bijeen scharrelen; deponeren; inschikken; leggen; neerleggen; opbergen; opruimen; opschonen; opslaan; opzij leggen; parkeren; plaatsen; rangordenen; rangschikken; samenpakken; samenrapen; scharen; stallen; vlijen; wegbergen; wegleggen; wegzetten; zetten

Wiktionary Übersetzungen für stouwen: