Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. spelden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für speldde (Niederländisch) ins Französisch

spelden:

spelden [de ~] Nomen, Plural

  1. de spelden
    l'épingles

spelden Verb (speld, speldt, speldde, speldden, gespeld)

  1. spelden (pinnen)
    épingler
    • épingler Verb (épingle, épingles, épinglons, épinglez, )

Konjugationen für spelden:

o.t.t.
  1. speld
  2. speldt
  3. speldt
  4. spelden
  5. spelden
  6. spelden
o.v.t.
  1. speldde
  2. speldde
  3. speldde
  4. speldden
  5. speldden
  6. speldden
v.t.t.
  1. heb gespeld
  2. hebt gespeld
  3. heeft gespeld
  4. hebben gespeld
  5. hebben gespeld
  6. hebben gespeld
v.v.t.
  1. had gespeld
  2. had gespeld
  3. had gespeld
  4. hadden gespeld
  5. hadden gespeld
  6. hadden gespeld
o.t.t.t.
  1. zal spelden
  2. zult spelden
  3. zal spelden
  4. zullen spelden
  5. zullen spelden
  6. zullen spelden
o.v.t.t.
  1. zou spelden
  2. zou spelden
  3. zou spelden
  4. zouden spelden
  5. zouden spelden
  6. zouden spelden
en verder
  1. ben gespeld
  2. bent gespeld
  3. is gespeld
  4. zijn gespeld
  5. zijn gespeld
  6. zijn gespeld
diversen
  1. speld!
  2. speldt!
  3. gespeld
  4. speldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für spelden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
épingles spelden
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
épingler pinnen; spelden aanspelden; afspelden; dichtspelden; opprikken; opspelden; vastmaken; vastpinnen; vastprikken; vastspelden