Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. ruziën:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ruziën (Niederländisch) ins Französisch

ruziën:

ruziën Verb (ruzie, ruziet, ruziede, ruzieden, geruzied)

  1. ruziën (ruzie maken; twisten; krakelen; kiften; kijven)
    se disputer; se quereller; argumenter; se chamailler
    • argumenter Verb (argumente, argumentes, argumentons, argumentez, )

Konjugationen für ruziën:

o.t.t.
  1. ruzie
  2. ruziet
  3. ruziet
  4. ruziën
  5. ruziën
  6. ruziën
o.v.t.
  1. ruziede
  2. ruziede
  3. ruziede
  4. ruzieden
  5. ruzieden
  6. ruzieden
v.t.t.
  1. heb geruzied
  2. hebt geruzied
  3. heeft geruzied
  4. hebben geruzied
  5. hebben geruzied
  6. hebben geruzied
v.v.t.
  1. had geruzied
  2. had geruzied
  3. had geruzied
  4. hadden geruzied
  5. hadden geruzied
  6. hadden geruzied
o.t.t.t.
  1. zal ruziën
  2. zult ruziën
  3. zal ruziën
  4. zullen ruziën
  5. zullen ruziën
  6. zullen ruziën
o.v.t.t.
  1. zou ruziën
  2. zou ruziën
  3. zou ruziën
  4. zouden ruziën
  5. zouden ruziën
  6. zouden ruziën
diversen
  1. ruzie!
  2. ruziet!
  3. geruzied
  4. ruziënd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ruziën:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
argumenter kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten argumenteren; beredeneren; betogen; beweren; debatteren; demonstreren; discussiëren; disputeren; pretenderen; redeneren; redetwisten; stellen; twisten; verklaren; voorgeven
se chamailler kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; duelleren; kampen; kibbelen; kiften; knokken; matten; vechten
se disputer kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekvechten; beledigen; hakketakken; ruzieën; schelden; twisten; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden
se quereller kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; beledigen; duelleren; kampen; kibbelen; kiften; knokken; matten; schelden; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden; vechten

Wiktionary Übersetzungen für ruziën:

ruziën
verb
  1. (inergatief) ruzie maken.