Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. praktisch:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für praktisch (Niederländisch) ins Französisch

praktisch:

praktisch Adjektiv

  1. praktisch (in de praktijk)
  2. praktisch (bruikbaar; nuttig; voordelig)
    utilisable; pratique

Übersetzung Matrix für praktisch:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pratique artsenpraktijk; beoefening; ervaring; praktijk; routine; uitoefening
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- bijna; haast; nagenoeg; vrijwel
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
concret in de praktijk; praktisch aanraakbaar; aanschouwelijk; bestaande; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar
dans la pratique in de praktijk; praktisch in de praktijk
en pratique in de praktijk; praktisch
pratique bruikbaar; in de praktijk; nuttig; praktisch; voordelig aangewend; eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; nuttig; practisch; simpel; toegepast
utilisable bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig bruikbaar; bruikbare; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar

Verwandte Wörter für "praktisch":

  • praktische

Synonyms for "praktisch":


Verwandte Definitionen für "praktisch":

  1. nog net niet helemaal1
    • ik ben praktisch klaar met het werk1
  2. handig of doelmatig1
    • haar aanpak is erg praktisch1
  3. wat met het doen te maken heeft1
    • praktisch is hij heel goed, theoretisch niet1

Wiktionary Übersetzungen für praktisch:


Cross Translation:
FromToVia
praktisch pratiquement virtually — almost