Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. practisch:


Niederländisch

Detailübersetzungen für practisch (Niederländisch) ins Französisch

practisch:

practisch Adjektiv

  1. practisch (nuttig; gemakkelijk)

Übersetzung Matrix für practisch:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
commode commode; kabinetje; kast; kastje; ladekast; latafel
pratique artsenpraktijk; beoefening; ervaring; praktijk; routine; uitoefening
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aisé gemakkelijk; nuttig; practisch blakend van gezondheid; brutaal; eenvoudig; fit; florerend; gegoed; gemakkelijk; gezond; in een handomdraai; in goeden doen; licht; makkelijk; moeiteloos; niet beschroomd; niet moeilijk; onbedeesd; onbeschroomd; simpel; stoutmoedig; vanzelf; vrijmoedig; vrijpostig; welgesteld; welvarend; zonder moeite; zonder ziekte
aisément gemakkelijk; nuttig; practisch brutaal; eenvoudig; gemakkelijk; grif; grifweg; in een handomdraai; licht; makkelijk; met gemak; moeiteloos; niet beschroomd; niet moeilijk; onbedeesd; onbeschroomd; simpel; stoutmoedig; vanzelf; verreweg; vlot; vrijmoedig; vrijpostig; zonder moeite
appliqué gemakkelijk; nuttig; practisch aangewend; doorgevoerd; ijverig; opgenaaid; opgestikt; toegediend; toegepast; vlijtig
commode gemakkelijk; nuttig; practisch aangenaam; bruikbare; comfortabel; eenvoudig; gemakkelijk; geriefelijk; gerieflijk; in een handomdraai; licht; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; simpel; vanzelf; zonder moeite
commodément gemakkelijk; nuttig; practisch aangenaam; comfortabel; eenvoudig; gemakkelijk; geriefelijk; in een handomdraai; licht; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; simpel; vanzelf; zonder moeite
de façon pratique gemakkelijk; nuttig; practisch aangewend; toegepast
pratique gemakkelijk; nuttig; practisch aangewend; bruikbaar; eenvoudig; gemakkelijk; in de praktijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; nuttig; praktisch; simpel; toegepast; voordelig
utile gemakkelijk; nuttig; practisch aangewend; bruikbaar; bruikbare; handig; inzetbaar; nuttig; toegepast; werkbaar; zinrijk; zinvol