Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. opwellen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opwellen (Niederländisch) ins Französisch

opwellen:

opwellen Verb (wel op, welt op, welde op, welden op, opgeweld)

  1. opwellen (opborrelen)
    bouillonner
    • bouillonner Verb (bouillonne, bouillonnes, bouillonnons, bouillonnez, )
  2. opwellen (in het hoofd opkomen)
    jaillir
    • jaillir Verb (jaillis, jaillit, jaillissons, jaillissez, )

Konjugationen für opwellen:

o.t.t.
  1. wel op
  2. welt op
  3. welt op
  4. wellen op
  5. wellen op
  6. wellen op
o.v.t.
  1. welde op
  2. welde op
  3. welde op
  4. welden op
  5. welden op
  6. welden op
v.t.t.
  1. ben opgeweld
  2. bent opgeweld
  3. is opgeweld
  4. zijn opgeweld
  5. zijn opgeweld
  6. zijn opgeweld
v.v.t.
  1. was opgeweld
  2. was opgeweld
  3. was opgeweld
  4. waren opgeweld
  5. waren opgeweld
  6. waren opgeweld
o.t.t.t.
  1. zal opwellen
  2. zult opwellen
  3. zal opwellen
  4. zullen opwellen
  5. zullen opwellen
  6. zullen opwellen
o.v.t.t.
  1. zou opwellen
  2. zou opwellen
  3. zou opwellen
  4. zouden opwellen
  5. zouden opwellen
  6. zouden opwellen
diversen
  1. wel op!
  2. welt op!
  3. opgeweld
  4. opwellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opwellen [znw.] Nomen

  1. opwellen
    le jaillir; le surgir

Übersetzung Matrix für opwellen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
jaillir opwellen
surgir opwellen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bouillonner opborrelen; opwellen brullen; fulmineren; het uitgillen; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitroepen; uitschreeuwen
jaillir in het hoofd opkomen; opwellen borrelen; flitsen; lichten; oplichten; spatten; spetteren; vlammen; vlammen uitslaan; wellen
surgir gaan staan; omhoog schieten; omhoogrijzen; opdagen; opdoemen; opduiken; opkomen; oprijzen; opschieten; opstaan; rijzen; uit de grond schieten; verrijzen; verschijnen

Wiktionary Übersetzungen für opwellen: