Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. opgewarmd:
  2. opwarmen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opgewarmd (Niederländisch) ins Französisch

opgewarmd:

opgewarmd Adjektiv

  1. opgewarmd

Übersetzung Matrix für opgewarmd:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chauffé opgewarmd geagiteerd; koorts hebbend; koortsachtig; koortsig; levendig; nerveus; onrustig; verhit
réchauffé opgewarmd

Verwandte Wörter für "opgewarmd":

  • opgewarmde

opwarmen:

opwarmen Verb (warm op, warmt op, warmde op, warmden op, opgewarmd)

  1. opwarmen (eten opwarmen; verwarmen; verhitten; warm maken)
    chauffer; échauffer; réchauffer la nourriture
    • chauffer Verb (chauffe, chauffes, chauffons, chauffez, )
    • échauffer Verb (échauffe, échauffes, échauffons, échauffez, )

Konjugationen für opwarmen:

o.t.t.
  1. warm op
  2. warmt op
  3. warmt op
  4. warmen op
  5. warmen op
  6. warmen op
o.v.t.
  1. warmde op
  2. warmde op
  3. warmde op
  4. warmden op
  5. warmden op
  6. warmden op
v.t.t.
  1. heb opgewarmd
  2. hebt opgewarmd
  3. heeft opgewarmd
  4. hebben opgewarmd
  5. hebben opgewarmd
  6. hebben opgewarmd
v.v.t.
  1. had opgewarmd
  2. had opgewarmd
  3. had opgewarmd
  4. hadden opgewarmd
  5. hadden opgewarmd
  6. hadden opgewarmd
o.t.t.t.
  1. zal opwarmen
  2. zult opwarmen
  3. zal opwarmen
  4. zullen opwarmen
  5. zullen opwarmen
  6. zullen opwarmen
o.v.t.t.
  1. zou opwarmen
  2. zou opwarmen
  3. zou opwarmen
  4. zouden opwarmen
  5. zouden opwarmen
  6. zouden opwarmen
en verder
  1. ben oopgewarmd
  2. bent opgewarmd
  3. is opgewarmd
  4. zijn opgewarmd
  5. zijn opgewarmd
  6. zijn opgewarmd
diversen
  1. warm op!
  2. warmt op!
  3. opgewarmd
  4. opwarmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opwarmen [znw.] Nomen

  1. opwarmen (warming-up; warmlopen)
    le s'échauffer

Übersetzung Matrix für opwarmen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
s'échauffer opwarmen; warming-up; warmlopen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chauffer eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken heetlopen; warm worden; warmen
réchauffer la nourriture eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken
s'échauffer broeien; enthousiast reageren op iets; heetlopen; warm lopen; warm worden; warm zijn
échauffer eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken

Wiktionary Übersetzungen für opwarmen:

opwarmen
verb
  1. rendre chaud ce qui est froid ou refroidi.

Cross Translation:
FromToVia
opwarmen échauffer; réchauffer; chauffer heat — to cause an increase in temperature of an object or space
opwarmen chauffer; échauffer; réchauffer warm — to make or keep warm