Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. naar einde toewerken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für naar einde toewerken (Niederländisch) ins Französisch

naar einde toewerken:

naar einde toewerken Verb

  1. naar einde toewerken (afsluiten)
    clôturer; conclure; terminer; clore; fermer; barrer; boucher; verrouiller
    • clôturer Verb (clôture, clôtures, clôturons, clôturez, )
    • conclure Verb (conclus, conclut, concluons, concluez, )
    • terminer Verb (termine, termines, terminons, terminez, )
    • clore Verb (clos, clot, closent, clorai, )
    • fermer Verb (ferme, fermes, fermons, fermez, )
    • barrer Verb (barre, barres, barrons, barrez, )
    • boucher Verb (bouche, bouches, bouchons, bouchez, )
    • verrouiller Verb (verrouille, verrouilles, verrouillons, verrouillez, )

Übersetzung Matrix für naar einde toewerken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
boucher slachter; slager; vleeshouwer
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
barrer afsluiten; naar einde toewerken afbakenen; afpalen; afzetten; barricaderen; begrenzen; beperken; blokkeren; doorstrepen; dwarsbomen; dwarsliggen; indammen; inkapselen; inperken; kruisen; laveren; limiteren; omlijnen; stremmen; tegen de wind in varen; tegenwerken; versperren
boucher afsluiten; naar einde toewerken breeuwen; dichten; dichtkurken; gaten dichten; gaten stoppen; kurken; stoppen
clore afsluiten; naar einde toewerken afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtbinden; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; omheinen; op slot doen; op slot zetten; sluiten; toebinden; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; vergrendelen
clôturer afsluiten; naar einde toewerken afbakenen; afdekken; afpalen; afschermen; afschotten; afschutten; afzetten; begrenzen; beknotten; beperken; beschermen; beschutten; omheinen; omlijnen
conclure afsluiten; naar einde toewerken afkrijgen; afleiden; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; beslissen; besluiten; beëindigen; completeren; concluderen; deduceren; een einde maken aan; een gevolgtrekking maken; eindigen; klaarkrijgen; klaarmaken; laatste gedeelte afmaken; ophouden; opmaken uit; stoppen; volbrengen; volmaken; voltooien
fermer afsluiten; naar einde toewerken afbakenen; afgrendelen; afpalen; afsluiten; afzetten; begrenzen; blokkeren; borgen; dicht maken; dichtbinden; dichtdoen; dichtdraaien; dichtmaken; grendelen; locken; nullificeren; omlijnen; ondervangen; op slot doen; op slot zetten; opheffen; sluiten; stremmen; teniet doen; toebinden; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; vergrendelen; verijdelen; vernietigen
terminer afsluiten; naar einde toewerken afdoen; afkrijgen; aflopen; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; beslissen; besluiten; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; in orde maken; klaarkrijgen; klaarmaken; klaren; ledigen; leegdrinken; leegmaken; opdrinken; ophouden; regelen; stoppen; ten einde dragen; teneindelopen; uitdragen; uitdrinken; uitkrijgen; uitspelen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; volbrengen; voldragen; volmaken; voltooien; voorbijgaan
verrouiller afsluiten; naar einde toewerken afgrendelen; afschermen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; sluiten; stijf worden; stremmen; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; vergrendelen

Verwandte Übersetzungen für naar einde toewerken