Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. ladder:
  2. ladderen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ladder (Niederländisch) ins Französisch

ladder:

ladder [de ~] Nomen

  1. de ladder (ladder in kous)
    le bas a filé; la maille
  2. de ladder (klimladder; leer)
    l'échelle
  3. de ladder (toonladder; toonschaal)
    l'échelle; l'échelle des sons; l'octave; la gamme des sons; la gamme
  4. de ladder (toonschaal; toonladder; gamma; octaaf)
    l'échelle; l'échelle des sons; la gamme; l'octave

Übersetzung Matrix für ladder:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bas a filé ladder; ladder in kous
gamme gamma; ladder; octaaf; toonladder; toonschaal cyclus; gamma; kleurenschaal; kleurenspectrum; prijsklasse; reeks; route; scala; serie; spectrum; tijdkring
gamme des sons ladder; toonladder; toonschaal
maille ladder; ladder in kous klamp; maas; mijt
octave gamma; ladder; octaaf; toonladder; toonschaal
échelle gamma; klimladder; ladder; leer; octaaf; toonladder; toonschaal hiërarchie; rang; rangorde; schaalaanwijzing; schaalverdeling; trap; trapje; trapladder; trapleer; volgorde
échelle des sons gamma; ladder; octaaf; toonladder; toonschaal

Verwandte Wörter für "ladder":

  • ladderen, ladders, laddertje, laddertjes

Wiktionary Übersetzungen für ladder:

ladder
noun
  1. een houten of metalen voorwerp met treden om makkelijk op hoger gelegen plaatsen te komen
ladder
Cross Translation:
FromToVia
ladder échelle ladder — climbing tool
ladder échelle; effilochure; maille filée; maille sautée Laufmasche — Masche an gestrickten oder gewirkten textilen Waren, vor allem Strümpfen und Strumpfhosen, die sich gelöst hat und die Reihen abwärts- oder aufwärtsgleitet
ladder échelle Leiter — aus zwei über Sprossen oder Stufen verbundene Längsstangen (Holmen) bestehendes Gerät, mithilfe dessen eine Person zu etwas hinauf- beziehungsweise von etwas hinabsteigen kann

ladderen:

ladderen Verb (ladder, laddert, ladderde, ladderden, geladderd)

  1. ladderen
    filer; se démailler
    • filer Verb (file, files, filons, filez, )

Konjugationen für ladderen:

o.t.t.
  1. ladder
  2. laddert
  3. laddert
  4. ladderen
  5. ladderen
  6. ladderen
o.v.t.
  1. ladderde
  2. ladderde
  3. ladderde
  4. ladderden
  5. ladderden
  6. ladderden
v.t.t.
  1. ben geladderd
  2. bent geladderd
  3. is geladderd
  4. zijn geladderd
  5. zijn geladderd
  6. zijn geladderd
v.v.t.
  1. was geladderd
  2. was geladderd
  3. was geladderd
  4. waren geladderd
  5. waren geladderd
  6. waren geladderd
o.t.t.t.
  1. zal ladderen
  2. zult ladderen
  3. zal ladderen
  4. zullen ladderen
  5. zullen ladderen
  6. zullen ladderen
o.v.t.t.
  1. zou ladderen
  2. zou ladderen
  3. zou ladderen
  4. zouden ladderen
  5. zouden ladderen
  6. zouden ladderen
diversen
  1. ladder!
  2. laddert!
  3. geladderd
  4. ladderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für ladderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
filer ladderen 'm piepen; 'm smeren; de plaat poetsen; draven; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; ervandoor gaan; galopperen; hard rennen; hardlopen; hem smeren; hollen; met de noorderzon vertrekken; ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; opjagen; pezen; racen; rennen; schaduwen; snellen; spoeden; sprinten; van huis weglopen; vluchten; wegdraven; weghaasten; weghollen; wegijlen; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegsnellen; wegspoeden; wegstuiven; zich uit de voeten maken; zich vrijmaken; zoeven
se démailler ladderen

Verwandte Wörter für "ladderen":


Verwandte Übersetzungen für ladder