Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. druppels laten vallen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für druppels laten vallen (Niederländisch) ins Französisch

druppels laten vallen:

druppels laten vallen Verb

  1. druppels laten vallen (druipen; druppen; droppen; druppelen)
    goutter; suinter; transpirer; dégoutter; dégouliner; ruisseler; s'égoutter
    • goutter Verb (goutte, gouttes, gouttons, gouttez, )
    • suinter Verb (suinte, suintes, suintons, suintez, )
    • transpirer Verb (transpire, transpires, transpirons, transpirez, )
    • dégoutter Verb (dégoutte, dégouttes, dégouttons, dégouttez, )
    • dégouliner Verb (dégouline, dégoulines, dégoulinons, dégoulinez, )
    • ruisseler Verb (ruisselle, ruisselles, ruisselons, ruisselez, )
  2. druppels laten vallen (druppelen; afdruipen; sijpelen; )
    couler; dégoutter; ruisseler; suinter; dégouliner; goutter; s'égoutter
    • couler Verb (coule, coules, coulons, coulez, )
    • dégoutter Verb (dégoutte, dégouttes, dégouttons, dégouttez, )
    • ruisseler Verb (ruisselle, ruisselles, ruisselons, ruisselez, )
    • suinter Verb (suinte, suintes, suintons, suintez, )
    • dégouliner Verb (dégouline, dégoulines, dégoulinons, dégoulinez, )
    • goutter Verb (goutte, gouttes, gouttons, gouttez, )

Übersetzung Matrix für druppels laten vallen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
couler afvloeien; wegstromen; wegvloeien
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
couler afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen afglijden; aftakelen; afvloeien; afvoeren; afzakken; doen wegvloeien; galvaniseren; gulpen; gutsen; in stralen lopen; in stromen neerstorten; inzinken; kelderen; lopen; onder water gaan; ondergaan; stromen; vervallen; verzinken; vlieden; vloeien; vluchten; wegglijden; weglekken; wegstromen; wegvloeien; wegvluchten; wegzinken; zakken; zinken
dégouliner afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen in straaltjes afdruipen; sijpelen
dégoutter afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen in straaltjes afdruipen; sijpelen
goutter afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen
ruisseler afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen afvloeien; golven; golvend bewegen; gulpen; gutsen; in straaltjes afdruipen; in stralen lopen; in stromen neerstorten; sijpelen; vloeien; wegstromen; wegvloeien
s'égoutter afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen wegdruppelen; wegsijpelen
suinter afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen in straaltjes afdruipen; sijpelen
transpirer droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen dampen; doorsijpelen; filteren; laten doorsijpelen; percoleren; rook afgeven; stomen; transpireren; uitwasemen; uitzweten; verdampen; wasemen; zweten

Verwandte Übersetzungen für druppels laten vallen