Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. belendend:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für belendend (Niederländisch) ins Französisch

belendend:

belendend Adjektiv

  1. belendend (omliggend; naburig)
    adjacent; environnant; avoisinant; voisin; limitrophe; à côté; contigu
  2. belendend (aangrenzend; aanpalend)
    adjacent; avoisinant; à côté; proche; contigu; voisin; environnant; limitrophe

Übersetzung Matrix für belendend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
proche naaste
voisin buur; buurman; omwonende
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adjacent aangrenzend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend aanliggend; aanliggende
avoisinant aangrenzend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend aanliggend; dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
contigu aangrenzend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend
environnant aangrenzend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend
limitrophe aangrenzend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend aanliggend
proche aangrenzend; aanpalend; belendend aankomend; aanstaand; dichtbij; geallieerd; gerelateerd; in de buurt; nabij; nabije; nabijgelegen; toekomend; toekomstig; toekomstige; verwant; vlakbij
voisin aangrenzend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend aanliggend; dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; omwonend; vlakbij
à côté aangrenzend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven; dichtbij; ernaast; fout; foutief; hiernaast; in de buurt; mis; naar opzij; naast dit; nabij; nabijgelegen; onjuist; onwaar; ten onrechte; terloops; terzijde; verkeerd; vlakbij; zijwaarts

Wiktionary Übersetzungen für belendend:


Cross Translation:
FromToVia
belendend adjacent adjacent — lying next to, close, or contiguous; neighboring