Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. slecht gehumeurd:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für slechtgehumeurd (Niederländisch) ins Französisch

slecht gehumeurd:

slecht gehumeurd Adjektiv

  1. slecht gehumeurd (chagrijnig; humeurig; gemelijk; )
    irrité; de mauvaise humeur; plaignant; grincheux; grognon; maussade; râleur; irascible; plaintif; bourru; dolent; gémissant; plaintivement
  2. slecht gehumeurd (sikkeneurig; chagrijnig; humeurig; )
    grognon; plaignant; hargneux; bougon; grincheux

Übersetzung Matrix für slecht gehumeurd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bougon brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar
grincheux chagrijn; chagrijnen; spelbreker; zuurpruim; zuurpruimen
grognon brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar
plaignant aanklager; eiser; iemand die klaagt; klager; officier van justitie; openbaar aanklager; reclamant
râleur brombeer; brompot; gifkikker; grompot; kankeraar; kniesoor; knorrepot; mopperaar
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bougon chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd brommerig; brommmerig; mopperig
bourru chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd bokkig
de mauvaise humeur chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd chagrijnig; gepikeerd; geprikkeld; knorrig; kortaf; korzelig; misnoegd; nors; nurks; ongenietbaar; ontstemd; slecht geluimd; snauwend; wrevelig
dolent chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd beklagend; negatief; rouwig; treurig; verdrietig; zeurderig
grincheux chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd aangebrand; beklagend; bokkig; brommerig; chagrijnig; gebelgd; gekwetst; gemelijk; gepikeerd; geprikkeld; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; misnoegd; mopperig; negatief; nors; nurks; ontevreden; ontstemd; stuurs; verontwaardigd; verstoord; wrevelig; zeurderig
grognon chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd aangebrand; brommerig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; gevoelig; humeurig; knorrig; korzelig; lichtgeraakt; mopperig; nors; nurks; stuurs; wrevelig
gémissant chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd beklagend; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; lamenterend; negatief; weeklagend; zeurderig
hargneux chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd aangebrand; bits; bitter; boos; furieus; gebelgd; gekwetst; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; giftig; katterig; kattig; kregelig; kribbig; kwaad; misnoegd; nijdig; ontevreden; ontstemd; onvriendelijk; pinnig; pissig; prikkelbaar; razend; snauwerig; snibbig; spinnig; spinnijdig; toornig; verbolgen; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; vinnig; woedend; woest; wrevelig; zeer boos; ziedend
irascible chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd aangebrand; chagrijnig; gemelijk; geprikkeld; gevoelig; geërgerd; geïrriteerd; heetbloedig; heetgebakerd; heethoofdig; humeurig; knorrig; kortaf; korzelig; kregel; kregelig; kribbig; lichtgeraakt; nors; nurks; pissig; prikkelbaar; snauwend; stuurs; wrevelig
irrité chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd aangebrand; bitter teleurgesteld; boos; chagrijnig; furieus; geagiteerd; gebelgd; gebeten; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; grimmig; knorrig; kortaf; korzelig; kwaad; levendig; misnoegd; nijdig; nors; nurks; onderdrukt; ontevreden; ontstemd; opgekropt; pissig; prikkelbaar; razend; snauwend; spinnijdig; toornig; verbeten; verbitterd; vergramd; verhit; verkropt; vertoornd; woest; wrevelig; ziedend
maussade chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd bedrukt; beklagend; brommerig; chagrijnig; druilerig; gedrukt; gemelijk; grauw; knorrig; korzelig; miezerig; mismoedig; mistroostig; moedeloos; mopperig; naargeestig; narrig; neerslachtig; negatief; nors; nurks; ongeanimeerd; pessimistisch; somber; stuurs; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos; wrevelig; zeurderig; zwaarmoedig
plaignant chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd beklagend; negatief; zeurderig
plaintif chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd beklagend; negatief; zeurderig
plaintivement chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd beklagend; negatief; zeurderig
râleur chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd