Niederländisch
Detailübersetzungen für rechtbuigen (Niederländisch) ins Französisch
rechtbuigen:
-
rechtbuigen
dévoiler; redresser; défausser-
dévoiler Verb (dévoile, dévoiles, dévoilons, dévoilez, dévoilent, dévoilais, dévoilait, dévoilions, dévoiliez, dévoilaient, dévoilai, dévoilas, dévoila, dévoilâmes, dévoilâtes, dévoilèrent, dévoilerai, dévoileras, dévoilera, dévoilerons, dévoilerez, dévoileront)
-
redresser Verb (redresse, redresses, redressons, redressez, redressent, redressais, redressait, redressions, redressiez, redressaient, redressai, redressas, redressa, redressâmes, redressâtes, redressèrent, redresserai, redresseras, redressera, redresserons, redresserez, redresseront)
-
défausser Verb
-
Konjugationen für rechtbuigen:
o.t.t.
- buig recht
- buigt recht
- buigt recht
- buigen recht
- buigen recht
- buigen recht
o.v.t.
- boog recht
- boog recht
- boog recht
- bogen recht
- bogen recht
- bogen recht
v.t.t.
- heb recht gebogen
- hebt recht gebogen
- heeft recht gebogen
- hebben recht gebogen
- hebben recht gebogen
- hebben recht gebogen
v.v.t.
- had recht gebogen
- had recht gebogen
- had recht gebogen
- hadden recht gebogen
- hadden recht gebogen
- hadden recht gebogen
o.t.t.t.
- zal rechtbuigen
- zult rechtbuigen
- zal rechtbuigen
- zullen rechtbuigen
- zullen rechtbuigen
- zullen rechtbuigen
o.v.t.t.
- zou rechtbuigen
- zou rechtbuigen
- zou rechtbuigen
- zouden rechtbuigen
- zouden rechtbuigen
- zouden rechtbuigen
en verder
- is rechtgebogen
- zijn rechtgebogen
diversen
- buig recht!
- buigt recht!
- recht gebogen
- recht buigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für rechtbuigen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
défausser | rechtbuigen | |
dévoiler | rechtbuigen | bloot leggen; doorslaan; ontsluieren; reveleren; verklappen; verraden |
redresser | rechtbuigen | goedmaken; omhoogbrengen; rechtmaken; rechtop zetten; rechtstrijken; rechtzetten |