Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. luw:
  2. luwen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für luw (Niederländisch) ins Französisch

luw:

luw Adjektiv

  1. luw (windluw)
    protégé; abrité

Übersetzung Matrix für luw:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
protégé beschermeling; favoriet; gunsteling; lieveling; protégé
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abrité luw; windluw afgeschermd
protégé luw; windluw afgeschermd; beschermd; beveiligd; met uitsterven bedreigd

Verwandte Wörter für "luw":

  • luwer, luwere, luwst, luwste, luwe

Wiktionary Übersetzungen für luw:

luw
adjective
  1. uit de wind, windstil
  2. redelijk warm, lauw

luwen:

Konjugationen für luwen:

o.t.t.
  1. luw
  2. luwt
  3. luwt
  4. luwen
  5. luwen
  6. luwen
o.v.t.
  1. luwde
  2. luwde
  3. luwde
  4. luwden
  5. luwden
  6. luwden
v.t.t.
  1. ben geluwd
  2. bent geluwd
  3. is geluwd
  4. zijn geluwd
  5. zijn geluwd
  6. zijn geluwd
v.v.t.
  1. was geluwd
  2. was geluwd
  3. was geluwd
  4. waren geluwd
  5. waren geluwd
  6. waren geluwd
o.t.t.t.
  1. zal luwen
  2. zult luwen
  3. zal luwen
  4. zullen luwen
  5. zullen luwen
  6. zullen luwen
o.v.t.t.
  1. zou luwen
  2. zou luwen
  3. zou luwen
  4. zouden luwen
  5. zouden luwen
  6. zouden luwen
diversen
  1. luw!
  2. luwt!
  3. geluwd
  4. luwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für luwen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
s'adoucir luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
s'apaiser luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven afkoelen; koel worden; uitrazen; uitwoeden; verstillen; verstommen
se calmer luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven bezinken; kalmeren; uitrazen; uitwoeden
se remettre luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven bekomen; beteren; bijkomen; blij maken; fleurig maken; leven beteren; op adem komen; op zijn verhaal komen; opfleuren; opkalefateren; opknappen; opkrabbelen; oplappen; opmonteren; opvijzelen; verkwikken; vrolijker worden; zich hervinden
se tranquilliser luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven

Wiktionary Übersetzungen für luwen:

luwen
verb
  1. minder hard gaan waaien, minder hevig worden

Cross Translation:
FromToVia
luwen diminuer; amoindrir; descendre abate — to decrease or become less in strength