Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. zemen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für zeemde (Niederländisch) ins Spanisch

zemen:

zemen Verb (zeem, zeemt, zeemde, zeemden, gezeemd)

  1. zemen

Konjugationen für zemen:

o.t.t.
  1. zeem
  2. zeemt
  3. zeemt
  4. zemen
  5. zemen
  6. zemen
o.v.t.
  1. zeemde
  2. zeemde
  3. zeemde
  4. zeemden
  5. zeemden
  6. zeemden
v.t.t.
  1. heb gezeemd
  2. hebt gezeemd
  3. heeft gezeemd
  4. hebben gezeemd
  5. hebben gezeemd
  6. hebben gezeemd
v.v.t.
  1. had gezeemd
  2. had gezeemd
  3. had gezeemd
  4. hadden gezeemd
  5. hadden gezeemd
  6. hadden gezeemd
o.t.t.t.
  1. zal zemen
  2. zult zemen
  3. zal zemen
  4. zullen zemen
  5. zullen zemen
  6. zullen zemen
o.v.t.t.
  1. zou zemen
  2. zou zemen
  3. zou zemen
  4. zouden zemen
  5. zouden zemen
  6. zouden zemen
diversen
  1. zeem!
  2. zeemt!
  3. gezeemd
  4. zemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zemen Adjektiv

  1. zemen (zeemleren)

Übersetzung Matrix für zemen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
limpiar con gamuza zemen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
de gamuza zeemleren; zemen
de piel de gamuza zeemleren; zemen

Verwandte Wörter für "zemen":