Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. vozen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vozen (Niederländisch) ins Spanisch

vozen:

vozen Verb (voos, voost, voosde, voosden, gevoosd)

  1. vozen (geslachtsgemeenschap hebben; neuken)
    joder; follar; copular

Konjugationen für vozen:

o.t.t.
  1. voos
  2. voost
  3. voost
  4. vozen
  5. vozen
  6. vozen
o.v.t.
  1. voosde
  2. voosde
  3. voosde
  4. voosden
  5. voosden
  6. voosden
v.t.t.
  1. heb gevoosd
  2. hebt gevoosd
  3. heeft gevoosd
  4. hebben gevoosd
  5. hebben gevoosd
  6. hebben gevoosd
v.v.t.
  1. had gevoosd
  2. had gevoosd
  3. had gevoosd
  4. hadden gevoosd
  5. hadden gevoosd
  6. hadden gevoosd
o.t.t.t.
  1. zal vozen
  2. zult vozen
  3. zal vozen
  4. zullen vozen
  5. zullen vozen
  6. zullen vozen
o.v.t.t.
  1. zou vozen
  2. zou vozen
  3. zou vozen
  4. zouden vozen
  5. zouden vozen
  6. zouden vozen
diversen
  1. voos!
  2. voost!
  3. gevoosd
  4. vozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vozen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
follar neuken
joder neuken
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
copular geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen
follar geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen
joder geslachtsgemeenschap hebben; neuken; vozen afzetten; bedotten; sodemieteren; tillen; verneuken
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
joder tering; verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt

Wiktionary Übersetzungen für vozen:


Cross Translation:
FromToVia
vozen follar; joder baiser — Avoir des relations sexuelles.