Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. verlengen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verlengen (Niederländisch) ins Spanisch

verlengen:

verlengen Verb (verleng, verlengt, verlengde, verlengden, verlengd)

  1. verlengen (duur verlengen; prolongeren)
  2. verlengen (uitrekken)

Konjugationen für verlengen:

o.t.t.
  1. verleng
  2. verlengt
  3. verlengt
  4. verlengen
  5. verlengen
  6. verlengen
o.v.t.
  1. verlengde
  2. verlengde
  3. verlengde
  4. verlengden
  5. verlengden
  6. verlengden
v.t.t.
  1. heb verlengd
  2. hebt verlengd
  3. heeft verlengd
  4. hebben verlengd
  5. hebben verlengd
  6. hebben verlengd
v.v.t.
  1. had verlengd
  2. had verlengd
  3. had verlengd
  4. hadden verlengd
  5. hadden verlengd
  6. hadden verlengd
o.t.t.t.
  1. zal verlengen
  2. zult verlengen
  3. zal verlengen
  4. zullen verlengen
  5. zullen verlengen
  6. zullen verlengen
o.v.t.t.
  1. zou verlengen
  2. zou verlengen
  3. zou verlengen
  4. zouden verlengen
  5. zouden verlengen
  6. zouden verlengen
diversen
  1. verleng!
  2. verlengt!
  3. verlengd
  4. verlengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verlengen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alargar duur verlengen; prolongeren; uitrekken; verlengen continueren; doorgaan; opspannen; prolongeren; spannen; verdergaan; vervolgen; voortzetten
hacer más largo duur verlengen; prolongeren; verlengen
prolongar duur verlengen; prolongeren; verlengen continueren; doorgaan; langer duren; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten
prorrogar duur verlengen; prolongeren; verlengen verdagen

Wiktionary Übersetzungen für verlengen:

verlengen
verb
  1. langer maken
  2. langer laten duren

Cross Translation:
FromToVia
verlengen prolongar; alargar prolongerfaire durer plus longtemps.

Verwandte Übersetzungen für verlengen