Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. omlaaghalen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omlaaghalen (Niederländisch) ins Spanisch

omlaaghalen:

omlaaghalen Verb (haal omlaag, haalt omlaag, haalde omlaag, haalden omlaag, omlaaggehaald)

  1. omlaaghalen (fel bekritiseren; neerhalen)

Konjugationen für omlaaghalen:

o.t.t.
  1. haal omlaag
  2. haalt omlaag
  3. haalt omlaag
  4. halen omlaag
  5. halen omlaag
  6. halen omlaag
o.v.t.
  1. haalde omlaag
  2. haalde omlaag
  3. haalde omlaag
  4. haalden omlaag
  5. haalden omlaag
  6. haalden omlaag
v.t.t.
  1. ben omlaaggehaald
  2. bent omlaaggehaald
  3. is omlaaggehaald
  4. zijn omlaaggehaald
  5. zijn omlaaggehaald
  6. zijn omlaaggehaald
v.v.t.
  1. was omlaaggehaald
  2. was omlaaggehaald
  3. was omlaaggehaald
  4. waren omlaaggehaald
  5. waren omlaaggehaald
  6. waren omlaaggehaald
o.t.t.t.
  1. zal omlaaghalen
  2. zult omlaaghalen
  3. zal omlaaghalen
  4. zullen omlaaghalen
  5. zullen omlaaghalen
  6. zullen omlaaghalen
o.v.t.t.
  1. zou omlaaghalen
  2. zou omlaaghalen
  3. zou omlaaghalen
  4. zouden omlaaghalen
  5. zouden omlaaghalen
  6. zouden omlaaghalen
en verder
  1. heb omlaaggehaald
  2. hebt omlaaggehaald
  3. heeft omlaaggehaald
  4. hebben omlaaggehaald
  5. hebben omlaaggehaald
  6. hebben omlaaggehaald
diversen
  1. haal omlaag!
  2. haalt omlaag!
  3. omlaaggehaald
  4. omlaaghalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omlaaghalen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
criticar fel bekritiseren; neerhalen; omlaaghalen aanmerking maken; afkraken; bediscussiëren; bekritiseren; beoordelen; bepraten; berispen; bespreken; betuttelen; doorpraten; doorspreken; goed- of afkeuren; hekelen; katten; kraken; kritiseren; loskrijgen; losmaken; lostornen; manen; praten over; recenseren; terechtwijzen; tornen; uithalen; uittrekken; vermanen; vitten; waarschuwen