Niederländisch

Detailübersetzungen für maf (Niederländisch) ins Spanisch

maf:

maf Adjektiv

  1. maf (geschift; gek; mesjogge; )
    estúpido; bobo; loco; burro; como loco; idiota; mentecato; loquillo; desconcertado; indolente; furioso; caótico; demente; chalado; curioso; confuso; absurdo; locamente
  2. maf (vreemd; eigenaardig; dwaas; )
    cú-cú; Juan Lanas; extraño; loco; chiflado; perezoso; mudo; cucú; desconcertado; absurdo; cretino; chalado; desequilibrado; tonto; raro; peculiar; ganso; locamente; perturbado; loquillo; como loco; enmarañado; curioso; típico; desordenado; necio; característico; tontamente; con locura; loco de remate; caótico; descabellado; indolente; ofuscado; insano; obcecado
  3. maf (krankjorum; mesjogge; getikt; )
    chalado; chiflado
  4. maf (dwaas; gek; idioot)
    loco; estúpido; mentecato; necio; chiflado; absurdo

Übersetzung Matrix für maf:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Juan Lanas dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; druiloor; goedzak; goeierd; idioot; joris goedbloed; kalfskop; leeghoofdje; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; pantoffelheld; rund; schaapskop; schapenkop; slapjanus; slappe vent; slappeling; stommeling; stommerd; stommerik; sufferdje; sukkel; sul
absurdo achterlijkheid; apekool; flauwekul; gebeuzel; geestesziekte; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; idioterie; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; krankzinnigheid; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin
bobo achterlijke; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; gek; goedzak; goeierd; hansworst; idioot; joris goedbloed; kalfskop; kuiken; kwast; kwibus; leeghoofdje; nar; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; risee; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uil; uilskuiken; zot
burro dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; dwaas; ezel; idioot; langoor; leeghoofdje; onnozelaar; sufferdje
chalado debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; sofvent; waanzinnige; zot
chiflado dolleman; dwaas; geesteszieke; gek; hansworst; idioot; krankzinnige; kwast; kwibus; nar; onnozelaar; sofvent; waanzinnige; zot
cucú koekoeksroep; koekoekszang
demente achterlijke; gek; geschifte; gestoorde; idioot; mafketel; waanzinnige; zwakzinnige
estúpido dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; idioot; kalfskop; leeghoofdje; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilskuiken
extraño onbekende; raar mens; vreemd persoon; vreemde; vreemdeling
furioso razende
ganso dwaas; gans; gansje; idioot; onnozelaar
idiota achterlijke; dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; druiloor; dwaas; gek; geschifte; hansworst; idioot; imbeciel; kalfskop; kwast; kwibus; leeghoofdje; nar; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferdje; sukkel; sul; waanzinnige; zot; zwakzinnige
loco achterlijke; dolleman; dwaas; freak; geesteszieke; gek; geschifte; gestoorde; idioot; imbeciel; krankzinnige; mafketel; mallerd; malloot; maniak; onnozelaar; pias; waanzinnige; zot; zottin; zwakzinnige
mentecato boerenkinkel; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; dromertje; druiloor; heikneuter; hufter; idioot; kalfskop; klootzak; leeghoofdje; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilskuiken
necio gek; mallerd; malloot; pias; zot; zottin
perezoso flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; luiaard; luilak; luiwammes; slampamper
raro eigenaardige; rare; zonderling
tonto achterlijke; boerenkinkel; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; druiloortjes; dwaas; gek; geschifte; goedzak; goeierd; heikneuter; hufter; idioot; joris goedbloed; kalfskop; klootzak; kuiken; leeghoofdje; lomperik; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sufferdjes; sukkel; sul; uil; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zwakzinnige
- gek
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- gek; getikt
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Juan Lanas dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
absurdo achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot absurd; belachelijk; bespottelijk; dom; dwaas; geestelijk gestoord; gek; idioot; irrationeel; lachwekkend; niet rationeel; nutteloos; onberedeneerd; onbezonnen; ondoenlijk; ongerijmd; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar; onverstandig; onwijs; onzinnig; redeloos; ridicuul; stom; suf; zinloos
bobo achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; afgestompt; afstompend; als een kind; breinloos; dom; dwaas; eentonig; geestdodend; geesteloos; hersenloos; idioot; infantiel; kinderachtig; kinderlijk; leeghoofdig; lullig; naief; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; saai; schaapachtig; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos
burro achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; zwakzinnig
característico dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd apart; beschrijvend; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; karakteriserend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; merkwaardig; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tekenend; treffend; typerend; typisch; vreemd; zonderling
caótico achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot bandeloos; chaotisch; diffuus; door elkaar; dooreen; ongeregeld; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; slordig; vaag waarneembaar; verwaarloosd; verwilderd; wanordelijk
chalado achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; niet goed snik
chiflado dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; idioot; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; typisch; vreemd dwaas; eiig; geschift; getikt; halfgaar; halfzacht; hoorndol; idioot; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; niet goed snik; niet helemaal in orde; onbezonnen; onwijs; tureluurs
como loco achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot
con locura dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; zwakzinnig
confuso achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot bedeesd; beduusd; beschroomd; beteuterd; bleu; diffuus; flauw; geestelijk verward; geschokt; getroffen; in de war; mistig; nevelachtig; niet doorzichtig; niet duidelijk; niet helder; onbepaald; ondersteboven; ondoorzichtig; onduidelijk; onhelder; onklaar; onoverzichtelijk; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; paf; perplex; schroomvallig; schuchter; timide; troebel; vaag; vaag waarneembaar; vagelijk; van streek; verlegen; verward; wazig; wollig
cretino dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
cucú dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
curioso achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot apart; benieuwd; bezienswaardig; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; frappant; het aanzien waard; in het oog lopend; in het oog springend; informatorisch; karakteristiek; kenmerkend; kijkgraag; kijklustig; merkwaardig; nieuwsgierig; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tekenend; treffend; typerend; typisch; vreemd; weetgierig; zonderling
cú-cú dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd geestesziek; gek; krankzinnig; waanzinnig
demente achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot
descabellado dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; ongerijmd; zwakzinnig
desconcertado achterlijk; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; zot bedeesd; bedremmeld; beschroomd; beteuterd; betrokken; bleu; diffuus; geestelijk verward; geremd; geschokt; getroffen; in de war; ingehouden; met de mond vol tanden; met open mond; ondersteboven; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; paf; perplex; schroomvallig; schuchter; sip; sprakeloos; teleurgesteld; timide; vaag waarneembaar; van streek; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verlegen; verschrikt; verstomd; verward; verwonderd
desequilibrado dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd gedesequilibreerd; geestelijk onstabiel; insolide; labiel; onevenwichtig; onharmonisch; waggelend
desordenado dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd bandeloos; chaotisch; diffuus; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; gewikkeld in; ingewikkeld; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; slordig; vaag waarneembaar; verwaarloosd; verwilderd; wanordelijk
enmarañado dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd complex; gecompliceerd; ingewikkeld
estúpido achterlijk; dwaas; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot absurd; achterlijk; afgestompt; afstompend; belachelijk; bespottelijk; breinloos; dom; dwaas; eentonig; geestdodend; geesteloos; geschift; getikt; hersenloos; hoorndol; idioot; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; lachwekkend; leeghoofdig; niet goed snik; nutteloos; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; onwijs; onzinnig; saai; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; zinloos
extraño dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd apart; barok; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; geheimzinnig; grotesk; merkwaardig; mysterieus; ongewoon; raadselachtig; typisch; vreemd; zonderling
furioso achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot bitter; bitter teleurgesteld; boos; dol; driftig; erg boos; furieus; gebeten; giftig; grimmig; hels; kokend; kwaad; laaiend; nijdig; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; vergramd; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
ganso dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd dwaas; idioot; onbezonnen; onwijs
idiota achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot achterlijk; geestesziek

Synonyms for "maf":


Antonyme für "maf":


Verwandte Definitionen für "maf":

  1. waar je om moet lachen1
    • dat is een maf verhaal1
  2. wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is1
    • deze leraar is een beetje maf1

Wiktionary Übersetzungen für maf:

maf
adjective
  1. vreemd, onverwacht, ongebruikelijk, raar

maffen:

maffen Verb (maf, maft, mafte, maften, gemaft)

  1. maffen (slapen; meuren; pitten)

Konjugationen für maffen:

o.t.t.
  1. maf
  2. maft
  3. maft
  4. maffen
  5. maffen
  6. maffen
o.v.t.
  1. mafte
  2. mafte
  3. mafte
  4. maften
  5. maften
  6. maften
v.t.t.
  1. heb gemaft
  2. hebt gemaft
  3. heeft gemaft
  4. hebben gemaft
  5. hebben gemaft
  6. hebben gemaft
v.v.t.
  1. had gemaft
  2. had gemaft
  3. had gemaft
  4. hadden gemaft
  5. hadden gemaft
  6. hadden gemaft
o.t.t.t.
  1. zal maffen
  2. zult maffen
  3. zal maffen
  4. zullen maffen
  5. zullen maffen
  6. zullen maffen
o.v.t.t.
  1. zou maffen
  2. zou maffen
  3. zou maffen
  4. zouden maffen
  5. zouden maffen
  6. zouden maffen
diversen
  1. maf!
  2. maft!
  3. gemaft
  4. maffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für maffen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dormir maffen; meuren; pitten; slapen
estar dormido maffen; meuren; pitten; slapen

Wiktionary Übersetzungen für maffen:


Cross Translation:
FromToVia
maffen dormir dormir — Se reposer dans un état inconscient