Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. lonk:
  2. lonken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für lonk (Niederländisch) ins Spanisch

lonk:

lonk [de ~ (m)] Nomen

  1. de lonk
    el ojillo; el ojito; la ojeada; el ojuelo

Übersetzung Matrix für lonk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ojeada lonk blik; doorkijk; kijkje; oogopslag
ojillo lonk oog; oog orgaan; oog van de naald; oogje
ojito lonk oog; oog orgaan; oog van de naald; oogje
ojuelo lonk oog orgaan; oogje

Verwandte Wörter für "lonk":


lonken:

lonken Verb (lonk, lonkt, lonkte, lonkten, gelonkt)

  1. lonken (oogje maken)
  2. lonken (sjansen; flirten)

Konjugationen für lonken:

o.t.t.
  1. lonk
  2. lonkt
  3. lonkt
  4. lonken
  5. lonken
  6. lonken
o.v.t.
  1. lonkte
  2. lonkte
  3. lonkte
  4. lonkten
  5. lonkten
  6. lonkten
v.t.t.
  1. heb gelonkt
  2. hebt gelonkt
  3. heeft gelonkt
  4. hebben gelonkt
  5. hebben gelonkt
  6. hebben gelonkt
v.v.t.
  1. had gelonkt
  2. had gelonkt
  3. had gelonkt
  4. hadden gelonkt
  5. hadden gelonkt
  6. hadden gelonkt
o.t.t.t.
  1. zal lonken
  2. zult lonken
  3. zal lonken
  4. zullen lonken
  5. zullen lonken
  6. zullen lonken
o.v.t.t.
  1. zou lonken
  2. zou lonken
  3. zou lonken
  4. zouden lonken
  5. zouden lonken
  6. zouden lonken
diversen
  1. lonk!
  2. lonkt!
  3. gelonkt
  4. lonkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für lonken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
coquetear flirten; lonken; sjansen aan de scharrel zijn; flirten; koketteren; scharrelen
echar ojeadas flirten; lonken; sjansen
flirtear flirten; lonken; sjansen aan de scharrel zijn; flirten; scharrelen; snuffelen aan
ojeadar lonken; oogje maken

Verwandte Wörter für "lonken":