Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. gestresst:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gestresst (Niederländisch) ins Spanisch

gestresst:

gestresst Adjektiv

  1. gestresst (overspannen; aan stress lijdend)

Übersetzung Matrix für gestresst:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
exaltado fanaat; fanaticus; fanatiekeling
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
agotado aan stress lijdend; gestresst; overspannen afgemat; bleek; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; flauw; flets; geblust; hondsmoe; ijdel; leeg; loos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; op; overspannen; oververmoeid; overwerkt; uitdrukkingsloos; uitgeblust; uitgeput; uitgeteld; uitverkocht; verschoten; volgeboekt; wezenloos
atravesado aan stress lijdend; gestresst; overspannen doorbroken; doorgehakt; doorgehouwen; doorkliefd; gemeen; in tweeën gehouwen; kwaadwillig; met slechte intentie; slecht; vals
estresado aan stress lijdend; gestresst; overspannen overspannen; overwerkt
exaltado aan stress lijdend; gestresst; overspannen aanzienlijk; adelijk; beroemd; deftig; doorluchtig; dweepziek; dweperig; eerbiedwaardig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggespannen; hooggestemd; hoogverheven; illuster; overspannen; overwerkt; plechtig; plechtstatig; statig; verheven; voornaam; waardig; zeer plechtig
extenuado aan stress lijdend; gestresst; overspannen overspannen; overwerkt
sobreexcitado aan stress lijdend; gestresst; overspannen overspannen; overwerkt