Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. bedruipen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bedruipen (Niederländisch) ins Spanisch

bedruipen:

bedruipen Verb (bedruip, bedruipt, bedroop, bedropen, bedropen)

  1. bedruipen (de kost verdienen)

Konjugationen für bedruipen:

o.t.t.
  1. bedruip
  2. bedruipt
  3. bedruipt
  4. bedruipen
  5. bedruipen
  6. bedruipen
o.v.t.
  1. bedroop
  2. bedroop
  3. bedroop
  4. bedropen
  5. bedropen
  6. bedropen
v.t.t.
  1. heb bedropen
  2. hebt bedropen
  3. heeft bedropen
  4. hebben bedropen
  5. hebben bedropen
  6. hebben bedropen
v.v.t.
  1. had bedropen
  2. had bedropen
  3. had bedropen
  4. hadden bedropen
  5. hadden bedropen
  6. hadden bedropen
o.t.t.t.
  1. zal bedruipen
  2. zult bedruipen
  3. zal bedruipen
  4. zullen bedruipen
  5. zullen bedruipen
  6. zullen bedruipen
o.v.t.t.
  1. zou bedruipen
  2. zou bedruipen
  3. zou bedruipen
  4. zouden bedruipen
  5. zouden bedruipen
  6. zouden bedruipen
diversen
  1. bedruip!
  2. bedruipt!
  3. bedropen
  4. bedruipende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bedruipen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ganarse la vida bedruipen; de kost verdienen

Wiktionary Übersetzungen für bedruipen:

bedruipen
verb
  1. druppelsgewijs vochtig houden
  2. zich ~: zich redden, voor zichzelf zorgen

Verwandte Übersetzungen für bedruipen