Niederländisch

Detailübersetzungen für verwarren (Niederländisch) ins Spanisch

verwarren:

Konjugationen für verwarren:

o.t.t.
  1. verwar
  2. verwart
  3. verwart
  4. verwarren
  5. verwarren
  6. verwarren
o.v.t.
  1. verwarde
  2. verwarde
  3. verwarde
  4. verwarden
  5. verwarden
  6. verwarden
v.t.t.
  1. heb verward
  2. hebt verward
  3. heeft verward
  4. hebben verward
  5. hebben verward
  6. hebben verward
v.v.t.
  1. had verward
  2. had verward
  3. had verward
  4. hadden verward
  5. hadden verward
  6. hadden verward
o.t.t.t.
  1. zal verwarren
  2. zult verwarren
  3. zal verwarren
  4. zullen verwarren
  5. zullen verwarren
  6. zullen verwarren
o.v.t.t.
  1. zou verwarren
  2. zou verwarren
  3. zou verwarren
  4. zouden verwarren
  5. zouden verwarren
  6. zouden verwarren
diversen
  1. verwar!
  2. verwart!
  3. verward
  4. verwarrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verwarren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
atrapañar haspelen; tot een warboel maken; verwarren
confundir in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren door elkaar halen; in de war maken; met elkaar verwarren; troebel maken; vertroebelen; verwisselen
desconcertar in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren
desperdiciar haspelen; tot een warboel maken; verwarren kwijt raken; verboemelen; verbrassen; vergieten; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verliezen; verprutsen; verspillen; wegmaken; wegsmijten; zoek maken; zoekmaken
estropear haspelen; tot een warboel maken; verwarren aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; corrumperen; fijnmaken; iets vergallen; in de war sturen; ingooien; kapot maken; nekken; platdrukken; ruïneren; slechten; stukmaken; uitwonen; verbrijzelen; verbroddelen; verderven; vergallen; vergruizen; verklungelen; verknallen; verknoeien; vermorzelen; verpesten; verpletteren; verprutsen; verzieken
hacer cosas de casa por afición haspelen; tot een warboel maken; verwarren fröbelen; handwerken; knutselen; prutsen

Verwandte Definitionen für "verwarren":

  1. het door elkaar doen zodat het rommelig wordt1
    • wie heeft al dat touw zo verward?1
  2. per ongeluk verwisselen in je gedachten1
    • die tweelingen worden vaak met elkaar verward1

Wiktionary Übersetzungen für verwarren:

verwarren
verb
  1. in de war brengen

Cross Translation:
FromToVia
verwarren confundir befuddle — perplex or confuse
verwarren confundir confound — to confuse
verwarren desconcertar disconcert — bring into confusion
verwarren enredar entangle — twist or interweave
verwarren traquetear jolt — (intransitive) shake, move with a series of jerks
verwarren trastornar; desquiciar unhinge — to mentally disturb
verwarren enredar; embrollar empêtrerengager dans des entraves, dans ce qui gêner. — note Il se dit proprement parler des pieds, des jambes.
verwarren enredar; embrollar entortillerenvelopper un objet dans quelque chose que l’on tortiller ou tortiller quelque chose autour d’un objet.
verwarren mezclar mélanger — Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout
verwarren volver; tornar; voltear; devolver; mezclar; invertir retourneraller de nouveau en un lieu.
verwarren agitar; perturbar troublerrendre trouble.

Verwandte Übersetzungen für verwarren