Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. aanvaller:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aanvaller (Niederländisch) ins Spanisch

aanvaller:

aanvaller [de ~ (m)] Nomen

  1. de aanvaller (aanrander)
    el agresor; el violador
  2. de aanvaller (overvaller)
    el atracador; el asaltante
  3. de aanvaller (voorhoedespeler; spitsspeler; voorspeler)
    el delantero

Übersetzung Matrix für aanvaller:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
agresor aanrander; aanvaller
asaltante aanvaller; overvaller straatrover
atracador aanvaller; overvaller bankovervaller
delantero aanvaller; spitsspeler; voorhoedespeler; voorspeler
violador aanrander; aanvaller geweldpleger; schoffeerder; verbreker; verkrachter
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
delantero vooropgaand; vooruitgaand
violador aanrandend

Verwandte Wörter für "aanvaller":


Wiktionary Übersetzungen für aanvaller:

aanvaller
noun
  1. iemand die aanvalt
  2. een persoon in de voorste linie

Cross Translation:
FromToVia
aanvaller atacante; asaltante attacker — someone who attacks
aanvaller delantero StürmerSport: ein Offensivspieler, dessen Hauptaufgabe darin besteht, Tore zu schießen.
aanvaller atacador; agresor attaquant — Traduction à trier

Computerübersetzung von Drittern: