Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- echo:
- ECHO:
- echoën:
-
Wiktionary:
- echo → eco
- echo → eco, repercusión
- echoën → repetir, repercutir
Spanisch nach Niederländisch: mehr Daten
- ECHO:
-
echar:
- geven; schenken; doneren; weggooien; gunst verlenen; gunnen; ontslaan; wegsturen; ontheffen; verzenden; wegzenden; uitsturen; sturen; opsturen; toezenden; posten; verbannen; verdrijven; uitbannen; bannen; uitzetten; uitstoten; uitwijzen; verjagen; bezweren; wegjagen; gieten; uitstorten; leiden; begeleiden; voeren; meevoeren; smijten; verhuizen; verkassen; bijgieten; serveren; inschenken; tappen; intappen; ingieten; ecarteren; afdanken; afvoeren; lozen; afscheiden; uitscheiden; uitwerpen; wegsmijten
-
Wiktionary:
- echar → aarden, gooien, schenken, verdrijven
- echar → ontslaan, gooien, werpen, weggooien, missen, ontberen, zetten, keilen, uitspelen, spugen, spuwen, lanceren, ontketenen, uitschrijven, van stapel laten lopen, braken, kotsen, overgeven, afkeuren, afwijzen, terugwijzen, vertikken, weigeren, retourneren, terugbezorgen, terugsturen, heruitzenden, terugdringen, verdringen, weren, ontzenuwen, weerleggen, afslaan, verwerpen, wraken, nee zeggen tegen, vergooien, wegwerpen, storten, strooien, gieten, plengen, schenken, vergieten
Niederländisch
Detailübersetzungen für echo (Niederländisch) ins Spanisch
echo:
-
de echo (geluidsweerkaatsing; weerklank; weergalm)
-
de echo
Übersetzung Matrix für echo:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
eco | echo; geluidsweerkaatsing; weergalm; weerklank | galm; klankweerkaatsing; nagalm; resonantie |
resonancia | echo; geluidsweerkaatsing; weergalm; weerklank | galm; klankweerkaatsing; nagalm; resonantie |
Verwandte Wörter für "echo":
Wiktionary Übersetzungen für echo:
echo
Cross Translation:
noun
-
een hoorbare terugkaatsing van een gemaakt geluid
- echo → eco
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• echo | → eco | ↔ echo — reflected sound |
• echo | → eco | ↔ Echo — Reflexion von Schallwellen, so dass man das ursprüngliche Geräusch zwei- oder mehrfach hört |
• echo | → repercusión | ↔ répercussion — didactique|fr renvoi, réflexion (en parlant des sons, de la lumière, de la chaleur). |
• echo | → eco | ↔ écho — répétition du son lorsqu’il frappe contre un corps qui le renvoyer plus ou moins distinctement. |
ECHO:
echo form of echoën:
-
echoën (naklinken; galmen; weerklinken)
repercutir; sonar; resonar; retumbar; hacer eco-
repercutir Verb
-
sonar Verb
-
resonar Verb
-
retumbar Verb
-
hacer eco Verb
-
-
echoën (weergalmen; resoneren; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; galmen; schallen)
reflejar; repercutir; tronar; resonar; hacer eco-
reflejar Verb
-
repercutir Verb
-
tronar Verb
-
resonar Verb
-
hacer eco Verb
-
-
echoën (nazeggen; herhalen; napraten; nabouwen)
-
echoën (terugkaatsen; reflecteren; stuiten; weerkaatsen; terugstoten)
Konjugationen für echoën:
o.t.t.
- echo
- echoot
- echoot
- echoën
- echoën
- echoën
o.v.t.
- echode
- echode
- echode
- echoden
- echoden
- echoden
v.t.t.
- heb geëchood
- hebt geëchood
- heeft geëchood
- hebben geëchood
- hebben geëchood
- hebben geëchood
v.v.t.
- had geëchood
- had geëchood
- had geëchood
- hadden geëchood
- hadden geëchood
- hadden geëchood
o.t.t.t.
- zal echoën
- zult echoën
- zal echoën
- zullen echoën
- zullen echoën
- zullen echoën
o.v.t.t.
- zou echoën
- zou echoën
- zou echoën
- zouden echoën
- zouden echoën
- zouden echoën
diversen
- echo!
- echoot!
- geëchood
- echoënd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für echoën:
Wiktionary Übersetzungen für echoën:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• echoën | → repetir; repercutir | ↔ echo — to repeat back what another has just said |
Spanisch
Detailübersetzungen für echo (Spanisch) ins Niederländisch
ECHO:
echar:
-
echar (conceder; dar; darse; regalar; donar; preferir; prestar; servir; entregar; proporcionar; verter; favorecer; otorgar; ahorrar; dar importancia; perdonar; privilegiar; obsequiar con)
-
echar (arrojar; tirar; desechar)
-
echar (acceder a; prestar; complacer; entregar; otorgar; verter; conceder; proporcionar; suministrar; accedido; dar importancia a; conferir; no envidiar; obsequiar con; dar; servir; regalar; ahorrar; darse; facilitar; admitir; consentir; perdonar; adjudicar; donar; cumplir con; asentir a; prestar ayuda)
-
echar (despachar; mandar; enviar; expulsar; destituir; disolver)
-
echar (enviar; mandar; despedir; expedir; emitir; destituir; expulsar; retransmitir; deponer; apartar; rechazar)
-
echar (desterrar; expulsar; expeler; exiliar; ahuyentar)
-
echar (abalanzarse; escanchar; regar; fundir; pagar; ingresar)
-
echar (escoltar; acompañar; conducir; arrojar; convoyar; barrer)
-
echar (arrojar; tirar; escorar; lanzar; derribar; tambalearse; tirar abajo; dar bandazos; tirar al suelo; arrojar al suelo)
-
echar (mudar de casa; amanecer; despachar; remover; arrebatar; levantar; desaparecer)
-
echar (servir; escanchar; añadir)
-
echar (verter)
-
echar (descartar; despedir; desechar; tirar)
-
echar (desembarazarse de; emitir; verter; deshacerse de)
-
echar (desechar; tirar; arrojar; desperdiciar; derrochar; malgastar; despilfarrar; dilapidar; echar a perder)
Konjugationen für echar:
presente
- echo
- echas
- echa
- echamos
- echáis
- echan
imperfecto
- echaba
- echabas
- echaba
- echábamos
- echabais
- echaban
indefinido
- eché
- echaste
- echó
- echamos
- echasteis
- echaron
fut. de ind.
- echaré
- echarás
- echará
- echaremos
- echaréis
- echarán
condic.
- echaría
- echarías
- echaría
- echaríamos
- echaríais
- echarían
pres. de subj.
- que eche
- que eches
- que eche
- que echemos
- que echéis
- que echen
imp. de subj.
- que echara
- que echaras
- que echara
- que echáramos
- que echarais
- que echaran
miscelánea
- ¡echa!
- ¡echad!
- ¡no eches!
- ¡no echéis!
- echado
- echando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Übersetzung Matrix für echar:
Synonyms for "echar":
Wiktionary Übersetzungen für echar:
echar
Cross Translation:
verb
-
zich thuis voelen, wennen, gewoon worden
-
het door de lucht verplaatsen van een voorwerp, al dan niet naar een doelwit
-
overgieten
-
uit het land verjagen
Cross Translation: