Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. verder geven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verder geven (Niederländisch) ins Englisch

verder geven:

verder geven Verb (geef verder, geeft verder, gaf verder, gaven verder, verder gegeven)

  1. verder geven (doorgeven)
    to pass on
    • pass on Verb (passes on, passed on, passing on)

Konjugationen für verder geven:

o.t.t.
  1. geef verder
  2. geeft verder
  3. geeft verder
  4. geven verder
  5. geven verder
  6. geven verder
o.v.t.
  1. gaf verder
  2. gaf verder
  3. gaf verder
  4. gaven verder
  5. gaven verder
  6. gaven verder
v.t.t.
  1. heb verder gegeven
  2. hebt verder gegeven
  3. heeft verder gegeven
  4. hebben verder gegeven
  5. hebben verder gegeven
  6. hebben verder gegeven
v.v.t.
  1. had verder gegeven
  2. had verder gegeven
  3. had verder gegeven
  4. hadden verder gegeven
  5. hadden verder gegeven
  6. hadden verder gegeven
o.t.t.t.
  1. zal verder geven
  2. zult verder geven
  3. zal verder geven
  4. zullen verder geven
  5. zullen verder geven
  6. zullen verder geven
o.v.t.t.
  1. zou verder geven
  2. zou verder geven
  3. zou verder geven
  4. zouden verder geven
  5. zouden verder geven
  6. zouden verder geven
diversen
  1. geef verder!
  2. geeft verder!
  3. verder gegeven
  4. verder gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verder geven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pass on doorgeven; verder geven doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen; verder reiken

Verwandte Übersetzungen für verder geven