Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. onvoorwaardelijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onvoorwaardelijk (Niederländisch) ins Englisch

onvoorwaardelijk:

onvoorwaardelijk Adjektiv

  1. onvoorwaardelijk (absoluut; zeker; pertinent; )

Übersetzung Matrix für onvoorwaardelijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
final einde; eindstrijd; finale
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
absolute absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker gewoonweg; klinkklaar; rechttoe
certain absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; een paar; enige; enkele; ronduit; sommige; stellig; wat; zeker
final absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker achterste; beslissend; definitief; definitieve; doorslaggevend; finaal; laatste; onverandelijk; permanent; terminaal; uiteindelijk; vastgesteld; vaststaand; voorgoed
indisputable absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker onafwendbaar; onherroepelijk; onomstotelijk; onontkoombaar; ontegenzeggelijk; onvermijdelijk; onweerlegbaar; vast en zeker
positive absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; positief; ronduit; stellig; zeker
unconditional absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
absolutely absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; enenmale; faliekant; finaal; geheid; hartstikke; helemaal; ongetwijfeld; vast en zeker; vierkant; volstrekt; zeker
certainly absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; inderdaad; jawel; jazeker; reëel; ronduit; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
definitely absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; definitief; feitelijk; geheid; gewis; heus; inderdaad; jawel; jazeker; onverandelijk; permanent; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorgoed; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
absolutely ja hoor; natuurlijk!
certainly ja hoor; natuurlijk!
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sure absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; ja; metterdaad; ongetwijfeld; onweerlegbaar; reëel; ronduit; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; welzeker; werkelijk; zeker
undoubted absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker

Verwandte Wörter für "onvoorwaardelijk":

  • onvoorwaardelijkheid, onvoorwaardelijke

Wiktionary Übersetzungen für onvoorwaardelijk:

onvoorwaardelijk
adjective
  1. without conditions

Cross Translation:
FromToVia
onvoorwaardelijk absolute; stark; perfect; impeccable parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.
onvoorwaardelijk pure; simple; straightforward; common; unpretentious; clean; untainted; mere; sole; solitary; absolute; stark pur — Qui est sans mélange.