Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. onfris:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onfris (Niederländisch) ins Englisch

onfris:

onfris Adjektiv

  1. onfris (muf)
    unsavoury; stale; vapid; flat; unsavory

Übersetzung Matrix für onfris:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flat afvlakken; appartement; etagewoning; flat; klapband; wad
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
stale muf; onfris bedompt; belegen; benauwd; drukkend; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; stoffig; verschaald
unsavory muf; onfris banaal; flauw; grof; laag-bij-de-grond; lomp; onappetijtelijk; onsmakelijk; onverkwikkelijk; plat; platvloers; schunnig; smakeloos; stuitend; triviaal; vunzig; walgelijk; zonder smaak; zouteloos
unsavoury muf; onfris banaal; flauw; grof; laag-bij-de-grond; lomp; onappetijtelijk; onsmakelijk; onverkwikkelijk; plat; platvloers; schunnig; smakeloos; stuitend; triviaal; vunzig; walgelijk; zonder smaak; zouteloos
vapid muf; onfris banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; smakeloos; stijlloos; triviaal; vunzig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
flat muf; onfris effen; egaal; flauwtjes; gelijk; geslepen; glad; mol; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; strak; toonloos; verschaald; vlak; vlakuit; zonder toon; zouteloos

Wiktionary Übersetzungen für onfris:

onfris
adjective
  1. having lost its freshness