Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. onberaden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onberaden (Niederländisch) ins Englisch

onberaden:

onberaden Adjektiv

  1. onberaden (ondoordacht; onbesuisd; onnadenkend)

Übersetzung Matrix für onberaden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
rash baardschurft; eczeem; jeukziekte
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inconsiderate onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend lichtzinnig; onattent; onbedacht; onbedachtzaam; onnadenkend; ontactisch; onvoorzichtig; roekeloos; tactloos
overconfident onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend doldriest; lichtzinnig; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig
rash onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend achteloos; doldriest; gedachteloos; klakkeloos; lichthoofdig; lichtzinnig; onbezonnen; ondoordacht; onoverdacht; onwillekeurig; overhaast; overijld; overmoedig; roekeloos; vermetel; voorbarig; waaghalzig; werktuiglijk; zomaar; zonder bedenken of overwegen; zonder erbij na te denken
reckless onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend baldadig; doldriest; halsbrekend; lichthoofdig; lichtzinnig; onbedachtzaam; onnadenkend; onvoorzichtig; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig
thoughtless onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend absent; achteloos; afwezig; gedachteloos; onattent; onbedacht; onbezonnen; ondoordacht; onoverdacht; ontactisch; onwillekeurig; tactloos; werktuiglijk; zonder erbij na te denken

Verwandte Wörter für "onberaden":

  • onberadenheid