Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. omlaagklauteren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für omlaagklauteren (Niederländisch) ins Englisch

omlaagklauteren:

omlaagklauteren Verb (klauter omlaag, klautert omlaag, klauterde omlaag, klauterden omlaag, omlaaggeklauterd)

  1. omlaagklauteren (afklimmen; afstijgen)
    to dismount; to get off; to climb down
    • dismount Verb (dismounts, dismounted, dismounting)
    • get off Verb (gets off, got off, getting off)
    • climb down Verb (climbs down, climbed down, climbing down)

Konjugationen für omlaagklauteren:

o.t.t.
  1. klauter omlaag
  2. klautert omlaag
  3. klautert omlaag
  4. klauteren omlaag
  5. klauteren omlaag
  6. klauteren omlaag
o.v.t.
  1. klauterde omlaag
  2. klauterde omlaag
  3. klauterde omlaag
  4. klauterden omlaag
  5. klauterden omlaag
  6. klauterden omlaag
v.t.t.
  1. ben omlaaggeklauterd
  2. bent omlaaggeklauterd
  3. is omlaaggeklauterd
  4. zijn omlaaggeklauterd
  5. zijn omlaaggeklauterd
  6. zijn omlaaggeklauterd
v.v.t.
  1. was omlaaggeklauterd
  2. was omlaaggeklauterd
  3. was omlaaggeklauterd
  4. waren omlaaggeklauterd
  5. waren omlaaggeklauterd
  6. waren omlaaggeklauterd
o.t.t.t.
  1. zal omlaagklauteren
  2. zult omlaagklauteren
  3. zal omlaagklauteren
  4. zullen omlaagklauteren
  5. zullen omlaagklauteren
  6. zullen omlaagklauteren
o.v.t.t.
  1. zou omlaagklauteren
  2. zou omlaagklauteren
  3. zou omlaagklauteren
  4. zouden omlaagklauteren
  5. zouden omlaagklauteren
  6. zouden omlaagklauteren
diversen
  1. klauter omlaag!
  2. klautert omlaag!
  3. omlaaggeklauterd
  4. omlaagklauterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für omlaagklauteren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
climb down afklimmen; afstijgen; omlaagklauteren bakzeil halen; eraf klimmen; naar beneden klimmen; omlaag klauteren
dismount afklimmen; afstijgen; omlaagklauteren ontkoppelen
get off afklimmen; afstijgen; omlaagklauteren afstappen; eraf gaan; eruitgaan; loskomen; omlaagstappen; ontslagen worden; op vrije voeten gesteld worden; uitstappen; vrijkomen