Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. hardrijden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für hardrijd (Niederländisch) ins Englisch

hardrijden:

hardrijden Verb (rijd hard, rijdt hard, reed hard, reden hard, hardgereden)

  1. hardrijden
    to race; to speed; to run a race
    • race Verb (races, raced, racing)
    • speed Verb (speeds, speeded, speeding)
    • run a race Verb (runs a race, ran a race, running a race)

Konjugationen für hardrijden:

o.t.t.
  1. rijd hard
  2. rijdt hard
  3. rijdt hard
  4. rijden hard
  5. rijden hard
  6. rijden hard
o.v.t.
  1. reed hard
  2. reed hard
  3. reed hard
  4. reden hard
  5. reden hard
  6. reden hard
v.t.t.
  1. heb hardgereden
  2. hebt hardgereden
  3. heeft hardgereden
  4. hebben hardgereden
  5. hebben hardgereden
  6. hebben hardgereden
v.v.t.
  1. had hardgereden
  2. had hardgereden
  3. had hardgereden
  4. hadden hardgereden
  5. hadden hardgereden
  6. hadden hardgereden
o.t.t.t.
  1. zal hardrijden
  2. zult hardrijden
  3. zal hardrijden
  4. zullen hardrijden
  5. zullen hardrijden
  6. zullen hardrijden
o.v.t.t.
  1. zou hardrijden
  2. zou hardrijden
  3. zou hardrijden
  4. zouden hardrijden
  5. zouden hardrijden
  6. zouden hardrijden
diversen
  1. rijd hard!
  2. rijdt hard!
  3. hardgereden
  4. hardrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für hardrijden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
race hardloopwedstrijd; hardloperij; loop; race; stam; volksstam; wedloop; wedloop van hardlopers; wedren
speed acceleratie; gang; hoogste snelheid; ijl; in volle vaart; maximumsnelheid; rijsnelheid; snelheid; spoed; tempo; topsnelheid; vaart; versnelling
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
race hardrijden draven; hard rennen; hardlopen; hollen; motorracen; pezen; racen; rennen; sjezen; snel gaan; sprinten
run a race hardrijden motorracen; racen
speed hardrijden