Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. dichtbijten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dichtbijten (Niederländisch) ins Englisch

dichtbijten:

dichtbijten Verb

  1. dichtbijten (toebijten; happen; toehappen; toesnauwen)
    to snap; to bite; rise to the bait

Übersetzung Matrix für dichtbijten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bite aanbijten; hap; in een hap en een snap; knauw; mondvol; snap
snap biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bite dichtbijten; happen; toebijten; toehappen; toesnauwen snerpen
rise to the bait dichtbijten; happen; toebijten; toehappen; toesnauwen
snap dichtbijten; happen; toebijten; toehappen; toesnauwen afbekken; afblaffen; afsnauwen; een knippend geluid maken; exploderen; fladderen; klappen; knakken; knappen; ontploffen; snauwen; springen; toesnauwen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uitlijnen; wapperen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
snap attractief; elegant; fraai; goed ogend; gracieus; knap; mooi; sierlijk; welgevallig