Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. dagelijks:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dagelijks (Niederländisch) ins Englisch

dagelijks:

dagelijks Adjektiv

  1. dagelijks
    daily

Übersetzung Matrix für dagelijks:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
daily weekdag
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
daily dagelijks daags; dagelijkse

Verwandte Wörter für "dagelijks":


Synonyms for "dagelijks":


Verwandte Definitionen für "dagelijks":

  1. gewoon, niet bijzonder1
    • de dagelijkse dingen1
  2. elke dag1
    • ik zie hem dagelijks1

Wiktionary Übersetzungen für dagelijks:

dagelijks
adverb
  1. iedere dag
dagelijks
adjective
  1. done once every day
  2. that occurs every day
adverb
  1. every day

Cross Translation:
FromToVia
dagelijks daily; everyday; mundane; workaday quotidien — De chaque jour. (Sens général).

Verwandte Übersetzungen für dagelijks