Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. bijtanken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijtanken (Niederländisch) ins Englisch

bijtanken:

bijtanken Verb (tank bij, tankt bij, tankte bij, tankten bij, bijgetankt)

  1. bijtanken (bijschenken; bijvullen)
    to fill up
    • fill up Verb (fills up, filled up, filling up)
  2. bijtanken
    refuel
    – take on more fuel, as of a plane, ship, or car 1
  3. bijtanken
    refuel
    – provide with additional fuel, as of aircraft, ships, and cars 1

Konjugationen für bijtanken:

o.t.t.
  1. tank bij
  2. tankt bij
  3. tankt bij
  4. tanken bij
  5. tanken bij
  6. tanken bij
o.v.t.
  1. tankte bij
  2. tankte bij
  3. tankte bij
  4. tankten bij
  5. tankten bij
  6. tankten bij
v.t.t.
  1. heb bijgetankt
  2. hebt bijgetankt
  3. heeft bijgetankt
  4. hebben bijgetankt
  5. hebben bijgetankt
  6. hebben bijgetankt
v.v.t.
  1. had bijgetankt
  2. had bijgetankt
  3. had bijgetankt
  4. hadden bijgetankt
  5. hadden bijgetankt
  6. hadden bijgetankt
o.t.t.t.
  1. zal bijtanken
  2. zult bijtanken
  3. zal bijtanken
  4. zullen bijtanken
  5. zullen bijtanken
  6. zullen bijtanken
o.v.t.t.
  1. zou bijtanken
  2. zou bijtanken
  3. zou bijtanken
  4. zouden bijtanken
  5. zouden bijtanken
  6. zouden bijtanken
diversen
  1. tank bij!
  2. tankt bij!
  3. bijgetankt
  4. bijtankend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bijtanken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fill up aanvulling; completering; supplement; suppletie; voltooiing
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fill up bijschenken; bijtanken; bijvullen aanvullen; bijvullen; completeren; dichtgooien; gaten dichten; opvullen; stoppen; tanken; toevoegen; vol maken; volmaken; volplempen; volstorten; voltallig maken; vullen
refuel bijtanken