Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. wijd:
  2. wijden:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wijd (Niederländisch) ins Englisch

wijd:

wijd Adjektiv

  1. wijd (ruim)
    wide; loose
  2. wijd (breed)
    – met veel ruimte van zijkant naar zijkant 1
    broad; wide
    – having great (or a certain) extent from one side to the other 2
    • broad Adjektiv
      • a river two miles broad2
      • broad shoulders2
      • a broad river2
    • wide Adjektiv
      • wide roads2
      • a wide necktie2
      • wide margins2
      • three feet wide2

Übersetzung Matrix für wijd:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
loose losmaken
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
broad breed; wijd brede; breed; breedgeschouderd; breedsprakig; breedvoerig; globaal; in details; in grote lijnen; langdradig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; wijdlopig
wide breed; wijd
- breed
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
loose ruim; wijd beweegbaar; los; mobiel; mul; niet vast; ongedisciplineerd; pulverig; roerend; rul; verplaatsbaar; verschuifbaar; verzetbaar
wide ruim; wijd in details; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; uitgewerkt

Verwandte Wörter für "wijd":

  • wijdheid, wijder, wijdere, wijdst, wijdste

Synonyms for "wijd":


Antonyme für "wijd":


Verwandte Definitionen für "wijd":

  1. met veel ruimte van zijkant naar zijkant1
    • er zitten wijde mouwen in die jas1

Wiktionary Übersetzungen für wijd:

wijd
adjective
  1. met een brede lip
wijd
adjective
  1. of a garment: ample, wide
  2. having a large physical extent from side to side

Cross Translation:
FromToVia
wijd plentiful; abundant; copious; profuse; ample; full; rich; affluent; aplenty; extensive; spacious; vast; wide; broad; capacious; commodious; huge; open; lax; bulky; sizable; voluminous ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
wijd wide; large; broad; abundant; copious; plentiful; profuse; ample; rich; affluent; aplenty; extensive; spacious; vast; capacious; commodious; huge; open; lax; bulky; sizable; voluminous large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
wijd extensive; extended; spacious; vast; wide; broad; capacious; huge; open; ample; bulky; sizable; commodious; voluminous étendugrand, large, vaste.

wijden:

wijden Verb (wijd, wijdt, wijdde, wijdden, gewijd)

  1. wijden (inzegenen; zegenen; heiligen; inwijden)
    to consecrate; sanctify; to bless

Konjugationen für wijden:

o.t.t.
  1. wijd
  2. wijdt
  3. wijdt
  4. wijden
  5. wijden
  6. wijden
o.v.t.
  1. wijdde
  2. wijdde
  3. wijdde
  4. wijdden
  5. wijdden
  6. wijdden
v.t.t.
  1. heb gewijd
  2. hebt gewijd
  3. heeft gewijd
  4. hebben gewijd
  5. hebben gewijd
  6. hebben gewijd
v.v.t.
  1. had gewijd
  2. had gewijd
  3. had gewijd
  4. hadden gewijd
  5. hadden gewijd
  6. hadden gewijd
o.t.t.t.
  1. zal wijden
  2. zult wijden
  3. zal wijden
  4. zullen wijden
  5. zullen wijden
  6. zullen wijden
o.v.t.t.
  1. zou wijden
  2. zou wijden
  3. zou wijden
  4. zouden wijden
  5. zouden wijden
  6. zouden wijden
diversen
  1. wijd!
  2. wijdt!
  3. gewijd
  4. wijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wijden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bless heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen
consecrate heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen
sanctify heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen

Wiktionary Übersetzungen für wijden:

wijden
verb
  1. to commit oneself for a certain matter
  2. to commit (oneself) to a particular course of thought or action
  3. to set apart for a deity or for religious purposes; consecrate
  4. to make holy

Cross Translation:
FromToVia
wijden bless; consecrate; ordain bénir — (religion) consacrer au culte, au service divin avec certaines cérémonies.

Verwandte Übersetzungen für wijd