Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. terugkrabbelen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für terugkrabbelen (Niederländisch) ins Englisch

terugkrabbelen:

terugkrabbelen Verb (krabbel terug, krabbelt terug, krabbelde terug, krabbelden terug, teruggekrabbeld)

  1. terugkrabbelen
    to back out
    • back out Verb (backs out, backed out, backing out)

Konjugationen für terugkrabbelen:

o.t.t.
  1. krabbel terug
  2. krabbelt terug
  3. krabbelt terug
  4. krabbelen terug
  5. krabbelen terug
  6. krabbelen terug
o.v.t.
  1. krabbelde terug
  2. krabbelde terug
  3. krabbelde terug
  4. krabbelden terug
  5. krabbelden terug
  6. krabbelden terug
v.t.t.
  1. ben teruggekrabbeld
  2. bent teruggekrabbeld
  3. is teruggekrabbeld
  4. zijn teruggekrabbeld
  5. zijn teruggekrabbeld
  6. zijn teruggekrabbeld
v.v.t.
  1. was teruggekrabbeld
  2. was teruggekrabbeld
  3. was teruggekrabbeld
  4. waren teruggekrabbeld
  5. waren teruggekrabbeld
  6. waren teruggekrabbeld
o.t.t.t.
  1. zal terugkrabbelen
  2. zult terugkrabbelen
  3. zal terugkrabbelen
  4. zullen terugkrabbelen
  5. zullen terugkrabbelen
  6. zullen terugkrabbelen
o.v.t.t.
  1. zou terugkrabbelen
  2. zou terugkrabbelen
  3. zou terugkrabbelen
  4. zouden terugkrabbelen
  5. zouden terugkrabbelen
  6. zouden terugkrabbelen
diversen
  1. krabbel terug!
  2. krabbelt terug!
  3. teruggekrabbeld
  4. terugkrabbelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für terugkrabbelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
back out terugkrabbelen bakzeil halen; zich onttrekken

Wiktionary Übersetzungen für terugkrabbelen:

terugkrabbelen
verb
  1. deviate, transgress