Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. overwinteren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overwinteren (Niederländisch) ins Englisch

overwinteren:

overwinteren Verb (overwinter, overwintert, overwinterde, overwinterden, overwinterd)

  1. overwinteren
    to hibernate; to winter
    • hibernate Verb (hibernates, hibernated, hibernating)
    • winter Verb (winters, wintered, wintering)

Konjugationen für overwinteren:

o.t.t.
  1. overwinter
  2. overwintert
  3. overwintert
  4. overwinteren
  5. overwinteren
  6. overwinteren
o.v.t.
  1. overwinterde
  2. overwinterde
  3. overwinterde
  4. overwinterden
  5. overwinterden
  6. overwinterden
v.t.t.
  1. heb overwinterd
  2. hebt overwinterd
  3. heeft overwinterd
  4. hebben overwinterd
  5. hebben overwinterd
  6. hebben overwinterd
v.v.t.
  1. had overwinterd
  2. had overwinterd
  3. had overwinterd
  4. hadden overwinterd
  5. hadden overwinterd
  6. hadden overwinterd
o.t.t.t.
  1. zal overwinteren
  2. zult overwinteren
  3. zal overwinteren
  4. zullen overwinteren
  5. zullen overwinteren
  6. zullen overwinteren
o.v.t.t.
  1. zou overwinteren
  2. zou overwinteren
  3. zou overwinteren
  4. zouden overwinteren
  5. zouden overwinteren
  6. zouden overwinteren
diversen
  1. overwinter!
  2. overwintert!
  3. overwinterd
  4. overwinterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overwinteren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
winter winter
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hibernate overwinteren sluimerstand
winter overwinteren

Wiktionary Übersetzungen für overwinteren:

overwinteren
verb
  1. de winter doorbrengen
overwinteren
verb
  1. winter sleep
  2. to spend the winter (in a particular place)