Niederländisch

Detailübersetzungen für betamelijk (Niederländisch) ins Englisch

betamelijk:

betamelijk Adjektiv

  1. betamelijk (welgevoeglijk; welvoeglijk)
    becoming; proper; decent

Übersetzung Matrix für betamelijk:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
becoming betamelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk flatterend; flatteus; gepast; keurig; netjes; wording
proper betamelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk adequaat; beschaafd; decent; eerbaar; fatsoenlijk; gepast; gepaste; geschikt; geschikte; juist; keurig; manierlijk; netjes; passend; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
decent betamelijk; welgevoeglijk; welvoeglijk decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; keurig; kies; manierlijk; menswaardig; netjes; respectabel; welvoeglijk; zedig

Verwandte Wörter für "betamelijk":


Wiktionary Übersetzungen für betamelijk:


Cross Translation:
FromToVia
betamelijk of use; suitable; appropriate; apt; due; expedient; right; useful; fitting; applicable; convenient; handy; opportune; advantageous; comfortable; becoming; seemly; proper; decent; adequate convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
betamelijk reasonable; prudent; sensible; judicious; sound; wise; appropriate; becoming; seemly; suitable; proper raisonnable — Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.