Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. aankunnen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für aankunnen (Niederländisch) ins Englisch

aankunnen:

aankunnen Verb

  1. aankunnen (ertoe in staat zijn)
    the be able to manage; the be able to cope; be up to; to be equal
  2. aankunnen (opgewassen zijn tegen)
    to be a match for
    • be a match for Verb (are a match for, was a match for, being a match for)
  3. aankunnen (het alleen zijn aankunnen)
  4. aankunnen (ervan op)
  5. aankunnen (aanpassen)
    to fit
    • fit Verb (fits, fitted, fitting)

Übersetzung Matrix für aankunnen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
be able to cope aankunnen; ertoe in staat zijn
be able to manage aankunnen; ertoe in staat zijn
fit convulsie; driftbui; fit; kramp; pasvorm; samentrekking; stuip; stuiptrekking; woedeaanval
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
be a match for aankunnen; opgewassen zijn tegen
be equal aankunnen; ertoe in staat zijn gelijkstaan
be up to aankunnen; ertoe in staat zijn
fit aankunnen; aanpassen aanbrengen; aanleggen; aanproberen; bijpassen; installeren; kloppen met; monteren en aansluiten; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; plaatsen; proberen; stroken; stroken met
hold one's own aankunnen; het alleen zijn aankunnen
rely on aankunnen; ervan op
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fit adequaat; arbeidsgeschikt; bekwaam; blakend; capabel; competent; fit; gepast; geschikt; getraind; gezond; in staat te werken; juist; passend; valide
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
be a match for bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen

Wiktionary Übersetzungen für aankunnen:


Cross Translation:
FromToVia
aankunnen master; seize control; come to grips dingfestnur im adverbialen Gebrauch von: etwas dingfest machen: eine Sache in den Griff bekommen, unter Kontrolle bringen, zum Ziel führen

Verwandte Übersetzungen für aankunnen