Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. zacht:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für [zacht (Niederländisch) ins Englisch

zacht:

zacht Adjektiv

  1. zacht (zachtaardig; goedhartig; mild; )
    gentle
  2. zacht (zacht aanvoelend)
    soft

Übersetzung Matrix für zacht:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gentle clement; goedhartig; mak; mild; welwillend; zacht; zachtaardig
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
soft zacht; zacht aanvoelend murw; sullig

Verwandte Wörter für "zacht":


Antonyme für "zacht":


Verwandte Definitionen für "zacht":

  1. gemakkelijk in te drukken1
    • ik slaap op een zacht matras1
  2. gemengd met veel wit, weinig opvallend1
    • rose en lichtblauw zijn zachte kleuren1
  3. met tamelijk hoge temperaturen1
    • we hebben een zachte winter dit jaar1
  4. met weinig kracht1
    • hij gaf me een zachte duw1
  5. niet luid1
    • zet die muziek eens wat zachter!1
  6. rustig en vriendelijk1
    • zijn dochter is een zacht meisje1

Wiktionary Übersetzungen für zacht:

zacht
adjective
  1. gemakkelijk samen te drukken en/of te buigen
zacht
adjective
  1. gentle; pleasant; kind; soft
  2. soft, sticky and viscous
  3. Having a soothing effect; not irritating or stimulating
  4. Mild; dull; soft; gentle; smooth in manner; suave
  5. food or drink: not grainy; having an even texture
  6. giving way under pressure
  7. of a cloth
  8. gentle
  9. of a sound
  10. of water
  11. soft and easily chewed
  12. fond, loving, gentle, sweet
adverb
  1. not loudly, inaudible

Cross Translation:
FromToVia
zacht soft weich — ohne großen Kraftaufwand plastisch verformbar
zacht tender zart — als angenehm wahrnehmbar
zacht blunt doux — Traductions à trier suivant le sens.

Verwandte Übersetzungen für [zacht