Most Recent niederländische Words:
lunch lunchen pleister pleisteren mensdom schaar scharen Schaar onrealistisch verkapt mogendheid magazijn luchtband verwittiging bloedpomp afstotend bewegingloos halfgaar egaliseren sloffen sloffend tegenpartij poesje uitgaaf analyseren slaperig slaperigheid schep scheppen ledematen ledemaat beeldschoon zorgvuldig zorgvuldigheid incorrectheid schorsen schors gasgeiser collegium tenderen tender afjakkeren afluistermicrofoon kleinood abonnee geldstraf droombeeld verbreiding sommige oorzaak levendig amper ravage vogelverschrikker superieur moederblad stalen gestaald keuring accentueren uitbundig contributie contributies intimiteit majesteit vervangingsproduct gemak cycloon kast appendix kommetje debatteren brassen geweldig redeloos redeloosheid ontslag overmatig saamhorigheid saamhorig spot spotten vergif constatering vrijstellen vrijgesteld voleindigd manen @-teken bloedheet verlegen volumemaat toevlucht omlaagstappen aanknopingspunt alleruiterst dwars propaganda eetservies breien gebreid reddeloos toevallig applaus afwijzing gestoorde muildier grondbeginsel snijblok waardevol buiten buit Buiten beëindigen Beëindigen nobel trainen getraind mishandeling organisatorisch spant spanten bevorderaar langaanhoudend overstromen beddensprei douche absoluut autoriteit eigenaardig eigenaardigheid snijding aanbellen afkeuring hooghouden borstwering vervullen giftig culture borstkas samenballen borstkassen wijzen wees wezen plaatsvervanger vreemd kinderjuffrouw detachement conveniëren corresponderen troosteloos opfrissen kompleet superieuren egaal halssieraad contour roeisport warenhuis fier tussenruimte smeersel fierheid hiernamaals sensationeel inmetselen spiegelgevecht uitgeslapenheid inlating proteïne perverseling onzeker hoofdboek deprimeren hemelbol handleiding uitvullen smashen weerlicht weerlichten tegelijkertijd productie gepaste zoekmaken aardig aardigheid duchten geducht strip strippen verblinden schoudermantel fel dienstverrichting medemens onwillekeurig problematisch rusteloos pudding
Most Recent englische Words:
indicate afraid indication temping agency conclusive externalize elementary unprecedented female emphatic Ramadan state-institution caterpillar springy admitted hard-going stint metastasise politician partisan cat-friendly drive intrigue backcomb fairy bear-sized push pushed respect gent respectable ice-axe fire-control late eminent lately adulterous grass-green picture-stamp barricade scramble prosperous dungarees spore gibbet electricity attract attracted clipboard racing-car state-monopoly sedulous hot-head labour baseball amazing amaze fascinate set-screw naiveté naïvete decorate ecstasy decoration swaggerer delineate brackish cackling contradictory quick quickly ferryboat prosecute railway-workshop Åland appropriate hospitalisation continuous English cabbage-stalk caper philanthropy reimburse unabridged plugboard resist rank rankness valiantness welfare unsatisfactory hawser melting-pan part parts diadem leave leaving impoverish impoverished galvanize caretaker mislead misleading enfold unlink wisdom irresoluteness publisher present sham doormat door-mat rifle electrify snake snakes foresee shadow ex-serviceman conjunctive representative tell-tale crockery fellow-artist ski-tow upholster upholstered profile Profile count countable earnest splash-board backslide spring oversimplified radio-recorder complex defy defying unrest goal-post society wake waking skinflint miserable miser contour warm-heartedness whinny evidence roan consternations concierge pertinacity detente presume presuming fortress traditional foot-strap flap bashful flapping refurbish period immerse borrow immersion outbreak speck malcontentedness touch touching championship plaster absolute absolution plastered cloud-bank massage round-up excommunicate train training bar-bell active actively apple apples fervor deceit small wristwatch acute-angled shortage half-pint banquet