Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. dood:
  2. doden:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for dood:
    • demise


Niederländisch

Detailübersetzungen für dood (Niederländisch) ins Englisch

dood:

dood Adjektiv

  1. dood (niet bezield; levenloos; geesteloos; onbezield)
    dead; deceased; lifeless; passed away; spiritless
  2. dood (overleden; doodgegaan; heengegaan; gestorven; afgestorven)
    deceased; passed away; dead; expired; no more; gone
    late
    – having died recently 1
    • late Adjektiv
      • her late husband1

dood [de ~] Nomen

  1. de dood (overlijden; verscheiden)
    the death; the decease
  2. de dood
    the death

Übersetzung Matrix für dood:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
death dood; overlijden; verscheiden sterfgeval; sterfte
decease dood; overlijden; verscheiden
deceased dode; gestorvene; overledene
expired verlopen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
decease doodgaan; kapotgaan; omkomen; overlijden; sterven
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
deceased afgestorven; dood; doodgegaan; geesteloos; gestorven; heengegaan; levenloos; niet bezield; onbezield; overleden zaliger
expired afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden beëindigd; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij
gone afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden foetsie; kwijt; verdwenen; weg
late ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
lifeless dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield energieloos; futloos; lamlendig; landerig; lusteloos; ongeanimeerd; slap
spiritless dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield futloos; lamlendig
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
no more afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden niet meer
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dead afgestorven; dood; doodgegaan; geesteloos; gestorven; heengegaan; levenloos; niet bezield; onbezield; overleden
late afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden laat; vertraagd
passed away afgestorven; dood; doodgegaan; geesteloos; gestorven; heengegaan; levenloos; niet bezield; onbezield; overleden

Verwandte Wörter für "dood":


Verwandte Definitionen für "dood":

  1. wie niet meer leeft2
    • ik heb een dood vogeltje gevonden2

Wiktionary Übersetzungen für dood:

dood
noun
  1. de toestand na het leven
adjective
  1. niet meer levend
dood
adjective
  1. no longer erupting
  2. lifeless; dead
  3. no longer alive
noun
  1. Tarot
  2. personification of death
  3. cessation of life

Cross Translation:
FromToVia
dood death TodEnde des Sterben
dood dead tot — nicht (mehr) lebend
dood death mort — arrêt de la vie
dood dead mort — Qui n’est plus vivant

doden:

doden Verb (dood, doodt, doodde, doodden, gedood)

  1. doden (vermoorden; liquideren; van kant maken; )
    to murder; to finish off; to kill
    • murder Verb (murders, murdered, murdering)
    • finish off Verb (finishes off, finished off, finishing off)
    • kill Verb (kills, killed, killing)
  2. doden (vermoorden; afmaken; moorden; )
    to murder; to kill; to commit murder
    • murder Verb (murders, murdered, murdering)
    • kill Verb (kills, killed, killing)
    • commit murder Verb (commits murder, committed murder, committing murder)

Konjugationen für doden:

o.t.t.
  1. dood
  2. doodt
  3. doodt
  4. doden
  5. doden
  6. doden
o.v.t.
  1. doodde
  2. doodde
  3. doodde
  4. doodden
  5. doodden
  6. doodden
v.t.t.
  1. heb gedood
  2. hebt gedood
  3. heeft gedood
  4. hebben gedood
  5. hebben gedood
  6. hebben gedood
v.v.t.
  1. had gedood
  2. had gedood
  3. had gedood
  4. hadden gedood
  5. hadden gedood
  6. hadden gedood
o.t.t.t.
  1. zal doden
  2. zult doden
  3. zal doden
  4. zullen doden
  5. zullen doden
  6. zullen doden
o.v.t.t.
  1. zou doden
  2. zou doden
  3. zou doden
  4. zouden doden
  5. zouden doden
  6. zouden doden
en verder
  1. ben gedood
  2. bent gedood
  3. is gedood
  4. zijn gedood
  5. zijn gedood
  6. zijn gedood
diversen
  1. dood!
  2. doodt!
  3. gedood
  4. dodend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

doden [het ~] Nomen

  1. het doden (van kant maken)
    the doing s.o. in; the killing

Übersetzung Matrix für doden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
doing s.o. in doden; van kant maken
kill slachten van vee; slachting
killing doden; van kant maken doding
murder executie; liquidatie; moord
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
commit murder afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden
finish off afmaken; doden; doodmaken; doodslaan; liquideren; ombrengen; van kant maken; vermoorden aflopen; afsluiten; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; ophouden; stoppen; ten einde lopen
kill afmaken; afslachten; doden; doodmaken; doodslaan; liquideren; moorden; om het leven brengen; ombrengen; van kant maken; vermoorden doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden
murder afmaken; afslachten; doden; doodmaken; doodslaan; liquideren; moorden; om het leven brengen; ombrengen; van kant maken; vermoorden

Verwandte Definitionen für "doden":

  1. een eind maken aan zijn leven2
    • de soldaat doodde zijn vijand2

Wiktionary Übersetzungen für doden:

doden
verb
  1. iemand van het leven beroven.
doden
verb
  1. put to death
  2. waste (time)
  3. to kill, murder
noun
  1. those who have died

Cross Translation:
FromToVia
doden kill; liquidate; slay tuerôter la vie d’une manière violente ; il ne se dit pas quand il s’agit soit d’une exécution de justice, soit d’une mort par noyade, étouffement ou empoisonnement.

Verwandte Übersetzungen für dood