Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. gelukkig:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gelukkig (Niederländisch) ins Englisch

gelukkig:

gelukkig Adjektiv

  1. gelukkig (voorspoedig)
    fortunate; lucky; beneficial; exultant
  2. gelukkig (voorspoedig verlopend; voorspoedig)
  3. gelukkig (geluk genietend; dolgelukkig)
    blissful
  4. gelukkig (tevreden; voldaan; vergenoegd)
    contented
  5. gelukkig (fortuinlijk)
    fortunate; lucky

Übersetzung Matrix für gelukkig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fortunate mazzel; meevaller
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
auspicious gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend gunstige; veelbelovende; voorspoedige
beneficial gelukkig; voorspoedig heilzaam; zegenrijk
blissful dolgelukkig; geluk genietend; gelukkig gelukzalig; verrukt; zalig; zielsgelukkig
contented gelukkig; tevreden; vergenoegd; voldaan bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan
exultant gelukkig; voorspoedig jubelend; juichend; triomfaal; triomfantelijk
fortunate fortuinlijk; gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend geslaagd; succesvol
lucky fortuinlijk; gelukkig; voorspoedig
propitious gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend
prosperous gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend blakend; bloeiend; florerend; florissant; geslaagd; gezond; in goeden doen; succesvol; welgesteld; welvarend; zonder ziekte
successful gelukkig; voorspoedig; voorspoedig verlopend geslaagd; succesvol

Verwandte Wörter für "gelukkig":

  • gelukkiger, gelukkigere, gelukkigst, gelukkigste, gelukkige

Antonyme für "gelukkig":


Verwandte Definitionen für "gelukkig":

  1. blij en tevreden1
    • hij heeft een gelukkig leven1
  2. wat gunstige kansen brengt1
    • dit is een gelukkig moment voor een feest1

Wiktionary Übersetzungen für gelukkig:

gelukkig
adjective
  1. in een tevredene toestand zijn, zich goed voelen
gelukkig
adjective
  1. being good by chance
  2. of people, having good fortune
  3. fortunate
  4. enjoying peace, comfort, etc.; contented, joyous
  5. favorable
adverb
  1. in a lucky manner
  2. in a fortunate manner

Cross Translation:
FromToVia
gelukkig fortunately; happily; thankfully erfreulicherweise — zur Freude des Sprechers
gelukkig happy glücklich — von großer Freude, Zufriedenheit, vom (Wohlfühl-)Glück erfüllt sein
gelukkig lucky glücklich — (Zufalls-)Glück oder Erfolg habend
gelukkig happily heureusement — D’une manière heureuse
gelukkig fortunate; happy heureux — À trier

Verwandte Übersetzungen für gelukkig